Roadtrip Amerika! - Reisverslag uit New York, Verenigde Staten van Kennethinnz - WaarBenJij.nu Roadtrip Amerika! - Reisverslag uit New York, Verenigde Staten van Kennethinnz - WaarBenJij.nu

Roadtrip Amerika!

Blijf op de hoogte en volg

28 Juni 2016 | Verenigde Staten, New York

Hoi allemaal! Bij deze het reisverslag van mijn roadtrip zoals ik sommigen al beloofd had. Het is niet zo uitgebreid als de verslagen van Nieuw-Zeeland, maar hopelijk weet iedereen na het lezen wat meer wat ik de afgelopen tijd gedaan heb. Desondanks is het toch nog bijna 12 pagina’s lang. Mocht dat te lang voor je zijn: geen probleem! In plaats daarvan kan je ook de foto’s bekijken. Het verslag is min of meer een verhaaltje hieromheen.

Mijn reis begon op 4 mei met een vlucht van Düsseldorf naar Newark, een vliegveld bij New York. Na afscheid genomen te hebben op het vliegveld (wat stiekem toch altijd wel zwaar valt) was ik ongeveer 7 uur later zonder noemenswaardige gebeurtenissen in de Verenigde Staten. Op Newark moest ik opnieuw door de douane. Toen ik een duidelijke gehaaste vrouw voorliet in de rij kreeg ik een stortvloed aan complimenten over mij heen. Je zou bijna denken dat ik haar leven had gered! Welkom in de Verenigde Staten dus… Het feit dat ik die plaats een paar minuten eerder min of meer van haar had afgenomen was haar ongetwijfeld ontgaan. Ook zal die halve minuut haar niet erg geholpen hebben, maar toch.

Vervolgens stond ik met nog een paar uur op het vliegveld in Las Vegas, waar het inmiddels avond was. Omdat ik nog geen avondmaaltijd had gehad, besloot ik voor het slapen eerst wat te eten. Uiteindelijk heb ik, hoe kan het ook anders, een hamburger gegeten in een echte diner in de buurt van mijn hotel.

De volgende ochtend en middag heb ik gebruikt om het een en ander te regelen voordat mijn reis echt ging beginnen. Aangezien ik het handig vond om onderweg ook dingen te kunnen regelen, heb ik tijdelijk een Amerikaanse simkaart gekocht. Verder heb ik nog het een en ander aan verblijven geboekt voor tijdens mijn reis. Aan het eind van de middag was het echt tijd om Las Vegas te verkennen. Omdat mijn motel op loopafstand van de Strip lag, ben ik ondanks de hitte te voet gegaan. De rest van de middag en avond heb ik gebruikt om wat rond te kijken, iets te eten en natuurlijk een gokje te wagen! Uiteindelijk was ik na enkele uren in verschillende casino’s doorgebracht te hebben toch mijn geld kwijt. Van te voren had ik mij een klein budget gesteld en mij voorgenomen niet meer uit te geven als dat bedrag, waaraan ik mij ook gehouden hebt. Omdat ik mij toch prima heb kunnen vermaken vond ik het niet zo erg dat ik het geld kwijt was. Vervolgens ben ik nog bij de fonteinshow van het Bellaggio gaan kijken, evenals een min of meer zelfde show bij Treasure Island, voordat ik terug ben gelopen naar mijn motel om mijn koffer te pakken.

Om 9 uur ’s ochtends zou ik namelijk mijn huurauto ophalen en vervolgens meteen vertrekken naar mijn eerste bestemming. Mijn auto was een minivan en daarmee een stuk groter dan de gemiddelde Europese personenauto. Een kofferbak had ik niet, deze was vervangen door een keuken inclusief gootsteen, koelkast en twee draagbare gasfornuizen! Verder kon ik mijn achterbank ombouwen tot een tweepersoonsbed waarin ik kon slapen. Bij het ophalen van de auto zag ik tot mijn geluk dat ik cruise control had! Vanwege de lange afstanden was ik heel erg blij dat ik niet constant mijn voet op het gaspedaal moest houden. Muziek had ik onderweg helaas niet. Vanwege mijn nogal chaotische vertrek vanuit Nederland had ik hier namelijk geen tijd voor. In plaats hiervan moest ik het dus doen met de Amerikaanse radio. Op zich was dit niet zo heel erg. Hierdoor was ik namelijk constant aan het zoeken naar muziek, waarbij je de gekste dingen tegen kwam. Behalve de normale top 40 muziek kwam ik ook redelijk veel Christelijke popmuziek tegen (die overigens soms niet te onderscheiden viel van gewone popmuziek), rock muziek en natuurlijk country! Vooral bij de country muziek kwam je de meest gekke dingen tegen. Denk bijvoorbeeld aan, ongetwijfeld echte klassiekers, “Girl you ain’t worth the whiskey” en “It’s five o’clock somewhere”. Al met al heb ik mij dus ook zonder eigen muziek prima vermaakt.

Nadat al het papierwerk geregeld was kon ik de weg op. Mijn eerste bestemming: de Walmart. Hier heb ik met name heel veel pasta, rijst en eten uit blik ingeslagen. Voor overdag had ik natuurlijk wat brood en het een en ander aan energie- en mueslirepen. Toen ook dit geregeld was kon ik de weg op naar mijn eerste échte bestemming: Death Valley National Park. Op het begin moest ik nogal wennen aan het rijden in de Verenigde Staten. Behalve het feit dat het in Las Vegas een stuk drukker op de weg is, zijn er ook enkele kleine verschillen. Zo is rechts inhalen toegestaan, evenals rechts afslaan bij een rood verkeerslicht. Met name het eerste moest ik nogal aan wennen, aangezien auto’s ineens zowel links en rechts voorbij komen. Tot slot doen ze niet aan “rechts gaat voor” maar hebben ze de four way stops. Bij deze kruisingen moet iedereen stoppen en mag degene die als eerste aankwam ook als eerste weer verder. Op zich geen slecht idee, behalve dat je minstens de helft van de tijd aan het stoppen bent terwijl er helemaal niemand aankomt. Erg goed voor het milieu is het dus niet.

Eenmaal op de weg werd de bebouwing van Las Vegas en enkele omliggende dorpen al gauw vervangen door een enorm uitgestrekte woestenij. Onderweg kwam ik nog in de middle of nowhere een heleboel billboards tegen. Het moeten er wel minstens honderd geweest zijn en dus waren mijn verwachtingen hooggespannen voor het volgende dorpje. Uiteindelijk bleek dat het dorpje ongeveer evenveel inwoners als billboards telde. Tot zover mijn hoge verwachtingen dus! Amerikanen hebben sowieso iets met billboards, evenals ijsklontjes en magneten voor op de koelkast. Vraag mij vooral niet waarom! De billboards worden overigens voor de vreemdste dingen gebruikt. Naast gewone reclameborden ben ik borden tegen gekomen die voor abortus waren, tegen abortus, tegen de evolutietheorie (wat?) en een billboard voor iemand die zijn hond kwijt was. Het kan dus allemaal.

Terug naar het verhaal: Death Valley is de droogste, warmste en meest laaggelegen plaats van Noord-Amerika. Het laagste punt ligt 83 meter onder zeeniveau en in het park is de hoogste temperatuur op aarde gemeten. Hoewel het niet helemaal duidelijk is hoe hoog dit precies was, is het in ieder geval boven de 53 graden! In de twee halve dagen dat ik er was hebben we de 40 niet gehaald, maar warm was het wel. De eerste dag ben ik naar een aantal uitkijkpunten geregeld. Vanwege de droogte is het er enorm helder en kan je overdag enorm ver zien. Tijdens het rijden in het park heeft het zelfs een beetje geregend, iets wat normaal bijna nooit voorkomt! Als het genoeg regent in een korte tijd verandert het woestijnlandschap in een enorme bloemenzee. Helaas was er hiervoor in de tijd dat ik er was niet genoeg regen gevallen, enkele weken eerder was dat wel het geval. Vervolgens ben ik naar een kampeerplaats gaan zoeken en heb ik de nacht in het park doorgebracht. Koken was die avond niet nodig. Voordat ik überhaupt aan koken zat te denken bood een Canadees echtpaar mij hun restjes aan. Zij hadden zelf kleinkinderen van mijn leeftijd, dus ik ga er van uit dat ze een beetje medelijden met mij hadden. Het eten heb ik uiteraard dankbaar aangenomen en waarschijnlijk had ik die avond een stuk gezonder gegeten als wanneer ik zelf gekookt had.

De volgende dag was het alweer vroeg op. Hierdoor kon ik de hitte voor blijven en nog enkele dingen in het park bekijken. Overigens was het zelfs rond 7 uur ’s ochtends al bijna niet meer uit te houden op de zoutvlakte waar ik was. Vandaar dat ik snel ben doorgereden in de richting van mijn volgende bestemming. Uiteindelijk heb ik die dag van 6 uur ’s ochtends tot 5 uur ’s avonds in de auto gezeten en had ik een camping gevonden net buiten het volgende nationale park dat ik zou bezoeken.

Na een redelijk frisse nacht ben ik de volgende ochtend direct Yosemite National Park ingegaan. Dit park stond in een enorm contrast met Death Valley en zou uiteindelijk één van mijn favorieten parken zijn. Het park ligt namelijk in een enorm groene vallei met grasvlaktes, bossen, watervallen en grote granieten rotsen. Verder zijn er veel zwarte beren in en om het park, zelfs op de campings. In principe zijn deze niet gevaarlijk, maar wel moet je al je eten en alles met een geurtje in speciale hokken plaatsen. Dit komt doordat beren wel eens koelboxen en auto’s volledig hebben afgebroken om bij het eten te komen, iets wat zowel voor de beren zelf als voor mensen niet goed is. Vanwege de grote populariteit van sommige parken heb je normaal gesproken reserveringen nodig om in het park te kunnen kamperen. Dit kan 6 maanden van te voren en het is niet ongebruikelijk dat de campings gedurende de weekenden al enkele maanden van te voren volledig volgeboekt zijn! Ik wist niet eens dat je een reservering nodig had, maar had het geluk dat er vanwege het slechte weer veel annuleringen waren. Van het slechte weer heb ik niets gemerkt: de eerste dag was het bewolkt maar droog en de overige dagen zonnig en warm. Tegelijkertijd was de camping in Yosemite mijn eerste kennismaking met het Amerikaanse kamperen. Net als in Nederland heb je mensen die met de auto komen en een tentje opzetten, mensen met caravans en mensen met campers. Daarnaast heb je echter ook mensen die ongeveer de halve inboedel op wielen zetten en daarmee rondreizen. Deze campers zijn ongeveer even lang als een flinke bus (zo’n 15 meter) en heeft daarnaast nog ruimtes die bij stilstand uitgeschoven kunnen worden voor extra woonruimte. Om gemakkelijk rond te kunnen komen slepen ze vervolgens een SUV of jeep mee, waarschijnlijk als boodschappenwagentje. Ook dat is het Amerikaanse kamperen dus! Jaloers was ik overigens niet: ik zou voor geen geld in zo’n bakbeest durven rijden.

Tijdens de drie dagen die ik in het park heb ik doorgebracht heb ik verschillende wandelingen gemaakt. Op de tweede dag heb ik zelfs 30 tot 35 kilometer afgelegd en had ik aan het einde van de dag niet geheel verrassend twee grote blaren. Verder kwam ik tijdens één van de wandelingen een groep van 5 studenten tegen. Ze deden mij meteen denken aan ons eigen groepje in Nieuw-Zeeland, aangezien ik direct zag dat ze allemaal een verschillende nationaliteit hadden. Uiteindelijk bleek dat ze allemaal net waren afgestudeerd van de Universiteit van Pennsylvania. Om dit te vieren hadden ze met zijn vijven een kleine reis gepland. De rest van de wandeling heb ik dan ook met hun afgelegd en vervolgens zijn zij weer verder gereden richting Las Vegas. De laatste dag in het park heb ik nog een waterval van 739 meter beklommen en ben ik naar één van de bekendste uitkijkpunten van het park gereden. Vanaf dit punt heb je een haast sprookjesachtig uitzicht over de vallei, inclusief een enorme vallei, de granieten rotsen en Half Dome.

De volgende dag had ik weer een lange reis voor de boeg. Ik zou er namelijk ongeveer 5 à 6 uur over doen om van Yosemite National Park naar mijn verblijf in San Francisco te rijden. Het verblijf had ik geboekt via Airbnb in een wijk net buiten het centrum. Vanuit hier kon ik eenvoudig met de tram het centrum in, of waar ik dan ook maar heen wilde. Dit was wel handig, omdat het hierdoor niet nodig was om mijn auto de stad in te nemen. Vanwege de verkeersdrukte is dat echt geen pretje. Omdat ik redelijk laat aan kwam heb ik de eerste dag niet veel meer gedaan. De volgende dag was het nogal mistig toen ik opstond. Op dat moment wist ik nog niet dat dit heel gebruikelijk is aan de kust van Californië. Direct aan de kust is het meestal mistig, terwijl het enkele kilometers landinwaarts volledig onbewolkt is. Toen ik eenmaal de tram naar het centrum had gepakt werd ik dus positief verrast door het weer. De rest van de dag heb ik doorgebracht in de haven van San Francisco om vervolgens tegen de avond de tram weer terug te pakken.

De volgende dag heb ik eerst wat inkopen gedaan, om vervolgens op de veerboot naar Alcatraz te stappen. De voormalige gevangenis is tegenwoordig een museum waarin je het hele eiland kan bekijken. Verder hadden ze er nog een enorm interessante expositie over ouderen in het Amerikaanse gevangenissysteem. Even interessant hierbij was het bord waarop mensen hun mening konden delen. Niet geheel verrassend waren er enkelen die voorstelden om alle gevangenen met levenslang maar te executeren. Ook dat is Amerika dus… Na mijn tour was het alweer redelijk laat en ben ik, na nog een hapje in de haven gegeten te hebben, weer teruggegaan naar mijn verblijf.

Op mijn laatste twee dagen in San Francisco had ik afgesproken met twee vriendinnen die ik in Nieuw-Zeeland heb leren kennen en die in de buurt van de stad wonen. De eerste dag kreeg ik een rondleiding door San Francisco. Hierbij zijn we eerst naar Lombardt street gelopen, een steile zigzaggende straat. De beschrijving is niet helemaal duidelijk, maar ik denk dat de meesten het wel zullen herkennen van de foto´s. Vervolgens hebben we geluncht in Chinatown. Gelukkig hebben we hierbij geen voedselvergiftiging opgelopen; pas na de lunch werd mij verteld dat dat wel eens voorkwam. Tot slot zijn we naar Baker Beach gegaan, vanwaar je een mooi uitzicht had op de Golden Gate Bridge. Tegen de avond begon het een beetje te regenen, maar verder was het een heel gezellige dag. ’s Avonds kwam er toevallig nog een Nederlander aan in mijn verblijf, dat als een soort hostel was ingericht. Uiteindelijk was het dan ook een heel gezellige avond geworden.

De tweede dag zou ik uit San Francisco vertrekken en langzaamaan richting Los Angeles rijden. ’s Ochtends heb ik nog even rondgekeken in het Golden Gate Bridge Park. Toevallig was die dag ook een hardloopwedstrijd in San Francisco. Echter is de race van minder belang, de meesten rennen de wedstrijd namelijk in carnavalskostuums om vervolgens bij de finish te feesten. Ik heb zelf alleen even staan kijken om vervolgens de laatste spulletjes in te pakken. Omdat het huis van de vriendin die ik die dag zou bezoeken vrijwel direct op mijn route lag, ben ik daar ’s middags gestopt. Na wat bijgepraat te hebben zijn we naar een restaurantje in de buurt gereden om een hapje te eten. Vervolgens ben ik doorgereden naar mijn volgende verblijfplaats. Dit was een hostel die aan Highway 1 lag. Deze weg is een beroemde kustweg die langs de gehele kust van Californië loopt. Het hostel zelf was ook nog enigszins speciaal: het lag namelijk op een schiereiland tegen een grote vuurtoren aan. De vuurtoren was tijdelijk buiten gebruik, dus van het licht had ik geen last.

De volgende dag ben ik langzaamaan richting Los Angeles vertrokken. Omdat ik rustig aan had gedaan en regelmatig gestopt ben, heb ik er in totaal drie dagen over gedaan om van San Francisco naar Los Angeles te rijden. Dezelfde rit kan ook in 6 uur afgelegd worden als je over de snelweg rijdt… De verschillende stops onderweg bestonden uit allerlei dingen. Zo heb ik onderweg zeeleeuwen gezien, en heb ik plaatsen zoals Santa Cruz en Malibu bezocht. Omdat de weg langs de kustlijn af loopt was het regelmatig mistig. Bij sommige dingen die ik graag wilde zien was het zelfs zo mistig dat ik het hele ding gemist heb, wat dus wel een beetje jammer was.

Na de drie dagen op Highway 1 kwam ik in Los Angeles aan. Hier had ik net als in San Francisco via AirBnB een verblijfplaats geregeld. Ditmaal zat ik in een appartement dat als hostel ingericht was, op loopafstand van de Hollywood Boulevard en de Hollywood Walk of Fame. Mijn auto kon gelukkig veilig in de parkeergarage. Bij het inrijden was dit overigens nog niet zeker: de maximale doorrijhoogte was namelijk lager dan de hoogte van mijn auto. Toch is het zonder krassen gelukt de auto in en uit de garage te krijgen. De eerste dag heb ik in Hollywood doorgebracht. Hier heb ik even op de boulevard rondgekeken en de Walk of Fame gelopen. Dit is overigens nog een flinke wandeling en een stuk langer als dat ik dacht! Behalve enkele artiesten en hedendaagse acteurs moet ik overigens toegeven dat ik vrij weinig namen herkende. De dag erop ben ik naar andere plaatsen binnen Los Angeles gegaan. Los Angeles kan namelijk het beste gezien worden als een metropool, waartoe verschillende steden behoren. Zo kunnen Santa Monica, Venice Beach en Beverly Hills bijvoorbeeld allemaal als verschillende plaatsen gezien worden. Vanwege de grote afstanden duurt het dan ook behoorlijk lang om met het openbaar vervoer naar de verschillende plaatsen te komen. Uiteindelijk ben ik eerst naar Beverly Hills gegaan, waar ik wat rond gelopen heb en Rodeo Drive (de beroemde winkelstraat) bekeken heb. Vervolgens ben ik verder naar Santa Monica gegaan en ben ik van de pier over het strand naar Venice Beach gelopen. Na hier even rondgekeken te hebben ben ik verder gegaan naar het centrum van Los Angeles. Hier viel echter weinig te beleven en omdat het ook al redelijk laat werd ben ik weer terug naar mijn hostel gegaan. Uiteindelijk heb ik denk ik ruim 3 uur in de bus of metro gezeten. ’s Avonds ben ik met een Nederlander die ook in het appartement verbleef naar een arcade gegaan. Mijn laatste dag in Los Angeles heb ik in de Hollywood Hills en Griffith park doorgebracht. Dit laatste is een heuvel ten noorden van Hollywood waar een observatorium staat en waar ook het Hollywood teken zich bevindt. Het Hollywood teken viel eerlijk gezegd nogal tegen, je kan namelijk niet heel dichtbij komen. De rest was echter wel heel leuk gezien en uiteindelijk ben ik toch de hele dag onderweg geweest. De avond heb ik doorgebracht met het voorbereiden op mijn vertrek. Na Los Angeles zou ik namelijk niet meer in een bed slapen totdat ik mijn auto in zou leveren in Las Vegas, zo’n 35 dagen later.

Na mijn vertrek uit Los Angeles was Joshua Tree National Park mijn volgende bestemming. Het park staat niet geheel verrassend bekend voor de vele Joshua Trees die zich er bevinden. Verder is het de samenkomst van twee woestijnen en dus behoorlijk warm. De eerste uren na mijn vertrek uit Los Angeles heb ik vooral in de file doorgebracht. Het verkeer in San Francisco was druk, maar kwam nog niets eens in de buurt van de drukte van Los Angeles. Eenmaal uit de file heb ik nog wat inkopen gedaan en ben ik richting mijn camping gereden. De eerste dag heb ik nog buiten het park op een camping overnacht. Op de grote parken (Yosemite, Zion en de Grand Canyon) na zijn de meeste campings in de parken namelijk “first come first serve”. Als je dan dus laat op de middag / avond aankomt loop je het risico dat je geen kampeerplaats hebt. Aangezien ik dat risico niet wilde lopen had ik het zo opgelost, iets wat ik bij wel meer parken zou doen. Omdat het ’s avonds volle maan zou zijn, werd er in het park een wandeling bij volle maan georganiseerd. Hierbij maakte je onder begeleiding van een park ranger een korte wandeling en kreeg je uitleg over allerlei aspecten van het park. De volgende dag ben ik dus redelijk op tijd opgestaan en heb ik eerst een kampeerplaats in het park gezocht. Aan het kamperen in Joshua Tree zat wel één groot nadeel: er was nergens stromend water beschikbaar. Hierdoor had ik dus voordat ik het park binnenging zo’n 20 liter water ingeslagen voor twee dagen. Vanwege de hoge temperaturen wordt namelijk aangeraden zo’n 4 tot 8 liter water per dag te drinken, afhankelijk van hoe actief je bent. Verder heb je natuurlijk ook water nodig om te koken.

De eerste dag heb ik een paar korte wandelingen gemaakt. Vanwege de hitte, hoewel deze in vergelijking met latere temperaturen wel mee viel, hield ik er een iets ander ritme op na. ’s Middags werd het namelijk te warm om actief bezig te zijn, waardoor ik deze uren meestal in de schaduw bij de auto doorbracht. Een soort siësta dus. In plaats daarvan ging ik meestal rond een uur of 5 nog op pad, om tegen zonsondergang weer terug te keren bij de auto. Tijdens een van de wandeling zag ik trouwens nog iets opmerkelijks: een roofvogel was er namelijk in geslaagd een slang te vangen en steeg met de slang in zijn klauwen op langs de berg waarop ik op dat moment liep! Iets vergelijkbaars gebeurde 700 jaar geleden, een paar honderd kilometer ten zuiden van het park. De mensen die dat toen zagen vonden het een teken om een nieuwe plaats te stichten. De plaats (Tenochtitlan) bestaat tegenwoordig nog en is beter bekend onder de naam Mexico Stad. De adelaar met slang in de klauwen is tegenwoordig ook het symbool dat gebruikt wordt op de Mexicaanse vlag. Ik had echter weinig zin om een stad te stichten en ben dus maar verder gelopen. Het was überhaupt geen geschikte plaats, maar ik vond het wel mooi om te zien. ’s Avonds werd mijn slaap nog tijdelijk verstoord doordat alle coyotes in de omgeving naar de volle maan gingen huilen. Hoewel de coyotes zelf niet zo gevaarlijk zijn (het zijn min of meer wolven met het formaat van een vos), is het geluid toch best wel angstaanjagend. De eerste keer dat het gebeurde was ik stiekem toch wel blij dat ik veilig in mijn auto lag!

Mijn laatste dag in Joshua Tree was niet al te boeiend. Net als de andere dagen heb ik wat wandelingen gemaakt en verder heb ik mij voorbereid op mijn vertrek. Eén van de wandelingen was wel nog interessant. Het pad liep namelijk naar een oase midden in de heuvels en woestijn van het park. De oase bestaat uit 49 enorme palmbomen, terwijl er waarschijnlijk verder in een straal van 1 kilometer geen boom te vinden was. Al met al was het een nogal apart gezicht.

De volgende bestemming was er één waar ik al een tijdje naar uitkeek: de Grand Canyon! Voordat ik daar zou aankomen moest er wel nog het een en ander geregeld worden. Zo zat ik om 6 uur ’s ochtends al met mijn laptop bij het bezoekerscentrum om nog een camping te boeken voor de week erop. Dit moest even, aangezien het een weekend met een feestdag betrof en heel veel campings al vol zaten. Ook dat hoort er dus een beetje bij! Het vroege opstaan was niet eens zo heel uitzonderlijk. Meestal werd ik tussen 6 en 7 uur ’s ochtends wakker omdat het dan licht werd en dus de auto in scheen. Mijn gordijnen bedekten kleine stukken van de ramen niet waardoor het licht hierdoor binnen kon dringen. Ook als ik lange wandelingen ging maken stond ik meestal vroeg op, soms zelfs rond half 5!

Na het plannen kon ik de weg op voor een rit van 600 kilometer. Om even aan te geven hoe recht ( en lang!) de wegen zijn in de Verenigde Staten: ik heb in de 600 kilometer in totaal 6 keer een bocht of afslag moeten nemen. Mijn GPS nam mij door een aantal enorm afgelegen wegen. Dit had ik vooraf wel al afgestemd met een kaart, maar toch is het altijd even spannend. Een gedeelte van de route was onderdeel van Route 66, die vanuit Chicago naar de pier van Santa Monica loopt. Het beeld dat ik had van Route 66 paste precies bij de weg waarop ik reed. Het was namelijk een afgelegen weg waarbij het uitzicht aan alle kanten bestond uit een woestijnachtig niemandsland. Route 66 is overigens tegenwoordig langzaamaan aan het vervallen. De restaurants en motels die ik onderweg tegenkwam zagen er allemaal uit alsof ze al tijden gesloten zijn. Desondanks vond ik het leuk om toch een stukje van de route gereden te hebben.

Tegen het eind van de middag kwam ik aan in de Grand Canyon. Omdat ik al een kampeerplaats gereserveerd had, was ik er in ieder geval van verzekerd dat ik een slaapplaats had. Het enige wat ik vervolgens nog heb gedaan is het bekijken van de zonsondergang. Vanaf de rand heb je op bijna ieder punt wel een mooi uitzicht op de canyon, waarvan de kleuren tijdens zonsondergang enorm versterkt worden. Hoewel ik de andere 6 natuurlijke wereld wonderen niet gezien heb, durf ik wel te stellen dat de Grand Canyon absoluut in dit rijtje thuis hoort. De omvang van de Grand Canyon is bijna zo groot dat het vrijwel niet te bevatten is. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om met een wandeling van 16 kilometer van de ene naar de andere kant te lopen. Als je dezelfde reis per auto wil afleggen is het iets verder: zo’n 350 kilometer.

De volgende ochtend was ik toevallig vroeg genoeg wakker om de zonsopkomst te bekijken. Helaas was deze niet zo mooi als de zonsondergang. Daarnaast daalde de temperatuur ’s nachts naar ongeveer 2 graden, iets waar ik totaal niet op gerekend had! Ik was dan ook snel genoeg weer terug in de auto om nog een paar uurtjes te slapen. ’s Middags heb ik een tijdje over een pad langs de rand van de canyon gelopen. Hierbij kwam ik nog vier Amish tegen, die niet veel ouder geweest kunnen zijn dan ik. Allen waren ze gekleed in de traditionele klederdracht die mij veel te warm leek, en de twee mannen hadden bijna identieke baarden. Ik vond het er allemaal wel grappig uitzien.

Voor mijn derde en laatste dag had ik een lange wandeling gepland waarbij ik de canyon ook daadwerkelijk in zou gaan. Ondanks allerlei waarschuwingen over dat je goed voorbereid moet zijn vond ik de wandeling van 22 kilometer behoorlijk meevallen. Eenmaal in de canyon had je een mooi uitzicht op de rand, die zo’n 900 meter hoger lag. Aan de andere kant stroomde de Colorado rivier, die verantwoordelijk is voor het uitslijten van de canyon, nog eens zo’n 500 meter lager. Op de terugweg leek het er nog even op alsof het flink zou gaan regenen, maar uiteindelijk is er geen druppel gevallen. Tegelijkertijd heb je altijd nog mensen die ondanks de dreigende wolken en het feit dat ze geen water of regenkleding bij hebben het een prima idee vinden om net te beginnen met wandelen. ’s Avonds heb ik opnieuw de zonsondergang bekeken, ditmaal van een ander punt en daarmee zat mijn verblijf in de Grand Canyon er ook weer op.

’s Ochtends was het weer vroeg vertrekken. Om 1 uur moest ik namelijk op de volgende bestemming zijn voor een tour die ik daar geboekt had. Die dag zou ik namelijk naar de Upper Antelope Canyon gaan. Dit is een zogenaamde “slot canyon”, waarvoor geen Nederlandse vertaling bestaat. Waar het op neer komt is dat het een smalle kloof is. Door de lichtinval van boven krijgen de rotsen een felle rode kleur. Iemand die ik vlak daarvoor sprak vond het “het dichtste dat ze ooit bij een natuurlijke religieuze ervaring was gekomen”. Ondanks dat Amerikanen vaak een beetje overdrijven waren de verwachtingen hooggespannen. Een religieuze ervaring is het uiteindelijk niet geworden, maar het was wel heel mooi! Rond het middaguur is de canyon extra speciaal, aangezien rond deze tijd enkele zonnestralen de kloof in schijnen. In combinatie met opstuivend zand (een beetje geholpen door de gidsen) krijg je hierdoor een fantastisch effect. Al met al was het een erg leuke tour. Het enige nadeel was dat het een beetje bewolkt was terwijl ik er was, waardoor de kleuren niet altijd even goed er uit kwamen. Na de tour had ik nog een tour voor de dag erop geregeld: een boottochtje op de Colorado rivier.

Voor deze tocht moest ik alweer vroeg op. De tocht was namelijk in de ochtend, waardoor ik ’s middags naar de volgende bestemming kon rijden. De boottocht zelf was geweldig. De boten waren niet meer dan een soort van rafts, waarmee we op de heenweg langzaam de rivier af dobberden. Het water was enorm rustig, waardoor je een mooie weerspiegeling kreeg van de rotsen aan beide zijden van de rivier. Verder waren er een aantal stops en waren er op de wanden enkele rotsformaties waarvan je haast zou denken dat iemand ze in de rotsen heeft uitgehakt. De terugweg was stroomopwaarts en werd er iets sneller gevaren. Hierdoor kwam er af en toe een flinke plons water over je heen. Omdat ik voorop zat was ik aan het einde van de tocht drijfnat. Gelukkig was het goed weer, dus eigenlijk was het wel fijn om even af te koelen. Na de tocht ben ik vrijwel meteen doorgereden naar Monument Valley. Monument Valley is voor mij het beeld van het Wilde Westen. Niet voor niets heeft de omgeving in menig Western film gediend als decor. Daarnaast denk ik dat velen de foto wel zullen herkennen van de drie rotsblokken torens die schijnbaar uit het niets oprijzen terwijl de omgeving vlak is. Vanaf dat moment begon ook de echte hitte en gingen de temperaturen ruim boven de 30 graden. Gelukkig had ik een camping die door particuliere gerund werd. Deze hebben namelijk vrijwel altijd een zwembad waarin je lekker kan afkoelen. De rest van de dag heb ik eigenlijk ook niet veel meer gedaan.

Voor mijn tweede dag had ik wel een redelijk vol programma. ’s Ochtends ben ik het reservaat in gegaan (Monument Valley bevindt zich in een reservaat dat toebehoort aan de Navajo’s) en heb ik een korte wandeling gemaakt. Tijdens deze wandeling had ik per ongeluk een slang gestoord bij het opwarmen. De slang was hier niet echt van gediend en zat al meteen in een aanvalshouding. Gelukkig stond ik toen al ver genoeg weg en is het met een sisser afgelopen. Na de wandeling had ik even nagevraagd of de slang gevaarlijk was. Uiteindelijk bleek dat ik een slangenbeet wel zou overleven, maar dat het toch flink pijn zou doen. Eenmaal terug bij de parkeerplaats ben ik op een jeeptour door het reservaat gestapt. De tour was onder begeleiding van een gids die van alles over de omgeving wist te vertellen. Het is wel mogelijk een deel per auto af te leggen, maar wel op eigen risico. Nadat ik de weg zag, was ik behoorlijk blij dat ik het niet met mijn auto geprobeerd had. Verder had ik anders natuurlijk nooit de verhalen te horen gekregen, waardoor het ongetwijfeld ook een stuk minder interessant zou zijn. Vervolgens heb ik de middag weer rustig aan gedaan en in het zwembad doorgebracht. ’s Avonds heb ik nog even de zonsondergang bekeken en daarmee kwam er een einde aan mijn verblijf in Monument Valley.

De volgende dag was het weer eens vroeg op, ditmaal zou ik naar Natural Bridges National Monument rijden. Hier heb ik eerst mijn kampeerplaats geregeld en ben ik vervolgens de omgeving gaan verkennen. De hoogtepunten hiervan waren drie enorme natuurlijke bruggen, die door het water uitgesleten waren. Ik geloof dat de grootste bruggen ruim 90 meter overspanden en hoog genoeg waren om een gebouw van vijf verdiepingen onder te zetten met nog ruimte over. Halverwege de middag werd ik nog bijna verrast door een regenbui. Het was inmiddels al even geleden sinds ik voor het laatst regen had gezien. De keer daarvoor was namelijk nog in San Francisco. Gelukkig was ik op tijd terug in mijn auto en was het na een paar uur weer droog. ’s Avonds heb ik vooral gebruikt om de daaropvolgende dagen te plannen, mede geholpen door mijn overburen die al op heel veel van de bestemmingen geweest waren waar ik ook heen wilde.

Omdat ik maar één dag in Natural Bridges zou blijven, zat ik alweer vroeg in de auto naar mijn volgende bestemming: Canyonlands National Park. Ook hier was het weer een kwestie van vroeg op de camping zijn zodat je een kampeerplaats had. Gelukkig is dit iedere keer zonder problemen verlopen, hoewel je op zo’n dag altijd wel extra vermoeid bent. Het park zelf was een van de mindere waar ik geweest ben. In vergelijking met andere parken was het simpelweg niet zo spectaculair. Desondanks heb ik mij ook hier prima kunnen vermaken. De drie dagen die ik in het park doorgebracht heb bestonden eigenlijk allemaal uit het zelfde schema. ’s Ochtends een lange wandeling, ’s middags in de schaduw iets lezen en vervolgens ’s avonds het avondprogramma van het park bijwonen. Deze programma’s werden geleid door de park rangers en gingen iedere avond over een ander onderwerp. Omdat er ’s avonds verder toch niet veel te beleven viel, vond ik het altijd leuk om daar heen te gaan en toch nog iets op te steken.

Na Canyonlands had ik een soort van rustdag ingelast. De camping was al geboekt en ik had meer dan genoeg tijd om het volgende park te verkennen. Mijn rustdag heb ik dan vooral gebruikt om de dagen daarop uit te stippelen en inkopen te doen. Dit laatste was nog een hele klus, aangezien ik na mijn vertrek vanuit Moab, waar ik op dat moment was, geen grote supermarkt meer zou tegenkomen totdat ik terug zou zijn in Las Vegas. Omdat dit pas 20 dagen later zou zijn, stonden er enorme hoeveelheden van onder andere brood, pasta, rijst en energierepen op mijn lijstje. Ik werd bij het afrekenen dan ook enigszins vreemd aangekeken door de mensen om mij heen, maar goed. Vervolgens ben ik verder gereden naar mijn camping, van waaruit ik Arches National Park zou verkennen. Zoals de naam al zegt staat Arches bekend om de vele stenen bogen die zich in het park bevinden. Deze zijn net iets anders als de bruggen in Natural Bridges. Ze zijn iets kleiner en ontstaan op een andere manier, maar verder zijn er geen grote verschillen. Omdat de temperaturen sinds dat ik in Canyonlands was tussen de 35 en 40 graden haalden, heb ik tot het einde van de middag gewacht voordat ik het park in ben gegaan. Hier bleek dat ik het hele park binnen twee dagen gezien kon hebben, waardoor ik dus een paar dagen over zou houden. Achteraf zou dit niet helemaal verkeerd uitpakken, maar fijn was op dat moment anders. De twee daaropvolgende dagen had ik net als in Canyonlands ingedeeld. Rond zonsopgang begon ik met wandelen, om vervolgens weer rond het middaguur terug te zijn. Behalve de hitte was dit ook verstandig vanwege een andere reden: in het park hebben ze een enorm autoprobleem. Er komen dagelijks namelijk veel meer auto’s het park in dan dat er parkeerplaatsen zijn. Soms waren de parkeerplaatsen (van meer dan 200 plaatsen) om 10 uur ’s ochtends al volledig gevuld. Waar andere parken vaak een shuttlebus gebruiken om het autoverkeer te verminderen, hebben ze hier geen alternatief. Erg handig was het allemaal niet. Nadat ik klaar was met wandelen zocht ik voor de rest van de dag de schaduw en het zwembad op om wat uit te rusten.

De dag dat ik wilde vertrekken kreeg ik wat problemen met mijn auto. Omdat ik na mijn vertrek uit Moab (waar ik toen was) niet meer in een plaats met meer dan 1500 zou komen, wilde ik dit eerst laten controleren voordat ik vertrok. Helaas ging dat niet op dezelfde dag, waardoor ik een dag extra in Moab moest blijven. Beide dagen heb ik, doordat mijn auto bij de garage stond, niets kunnen uitvoeren. Uiteindelijk was het probleem opgelost en kon ik dus een dag later als gepland vertrekken. Vanwege de problemen met de auto, samen met nog wat andere dingen die tegen zaten waren dit de meest vervelende dagen die ik onderweg heb gehad. Gelukkig ontmoette ik mijn laatste avond in Moab nog drie mensen van mijn leeftijd die in Moab werkte als gidsen op jeep- en raftingtours. Hierdoor had ik in ieder geval nog een gezellige avond. Vanaf het moment dat ik de volgende dag weer op de weg was ging het een stuk beter.

Na Moab ben ik naar Capitol Reef National Park gereden, waar ik opnieuw drie dagen zou blijven. Ik had eigenlijk geen hoge verwachtingen van het park, maar uiteindelijk was het toch één van mijn favorieten parken. Het park bestond uit een soort van vallei omringd door rode rotswanden. In de vallei zelf stroomde een klein riviertje waardoor er veel bomen en gras waren. Hierdoor leek de camping net op een groot park leek. Bijkomend voordeel hiervan was dat er overdag natuurlijk meer als genoeg schaduw is om lekker uit te rusten. De dagen heb ik zoals gewoonlijk doorgebracht met wandelen. De tweede dag heb ik een hoge klif beklommen, waardoor ik een geweldig uitzicht had op de omgeving. Eenmaal beneden na een beklimming vind ik het ook altijd leuk om terug te kijken en te kunnen zeggen dat je daar bovenop bent geweest. Ondanks dat het namelijk nooit echt klimmen was, geeft het wel altijd een enorme voldoening om helemaal op het hoogste punt van de omgeving te staan. Bij de wandeling van mijn derde en laatste dag kwam ik nog sporen tegen van een mountain lion (poema). Toevallig had ik een tijdje terug geleerd hoe deze eruit zagen, anders had ik ze nooit herkend. Verder ben ik natuurlijk geen padvinder, maar ze zagen er behoorlijk recent uit. Zolang je geen gekke dingen doet zijn poema’s niet gevaarlijk voor (volwassen) mensen, maar toch was ik blij dat ik er geen tegengekomen ben.

De twee dagen daarop heb ik doorgebracht tussen Bryce Canyon en Capitol Reef. Oorspronkelijk had ik hier drie dagen gepland, maar ik heb er één ingeleverd doordat ik een dag extra in Moab had. Achteraf was dit niet zo erg, omdat er niet al te veel te doen was. De eerste dag heb ik een korte wandeling gemaakt en heb ik de rest van de dag binnen gezeten vanwege regen. De tweede dag ben ik een klein park ingegaan dat niet al te interessant was, maar waardoor ik wel een groot deel van de dag bezig was.

Vervolgens ben ik doorgereden naar het één na laatste national park dat ik zou bezoeken: Bryce Canyon. Bryce was ook heel interessant en staat vooral bekend om de stenen pilaren in het park. Deze pilaren worden hoodoo’s genoemd, terwijl groepen van de pilaren amfitheaters genoemd worden. Ik heb op dit moment eigenlijk nog steeds geen idee waarom dit zo is, maar goed. De eerste dag heb ik nog een flinke regen en onweersbui gehad terwijl ik aan het wandelen was. Gelukkig was ik op tijd uit de vallei om te kunnen schuilen. Een paar uur later was het weer opgeklaard en kon ik weer verder wandelen. De rest van de dagen was het zoals gewoonlijk lekker zonnig. Bryce had echter een groot nadeel: het ligt op zo’n 2500 meter hoogte. Hierdoor is het er ook een stuk koeler. Overdag was het een aangename 25 graden. ’s Nachts koelde het echter af tot aan het vriespunt. Niet voor niets telt Bryce 200(!) dagen per jaar nachtvorst. Ondanks mijn twee dekens was het ’s nachts dus nog behoorlijk koud.

De rest van de dagen en heb ik een paar mooie wandelingen gemaakt. Verder ontmoette ik in Bryce toevallig twee meisjes uit San Francisco, die toevallig daarna ook nog naar Zion zouden gaan. ’s Avonds deden we dan ook meestal wat praten, eten en drinken. Verder hebben ze mij geleerd s’mores te maken. Dit is een marshmallow die bij het vuur gehouden is en vervolgens met een blok chocola tussen twee stukjes cracker gelegd wordt. Het smaakte prima, maar ik vroeg me vooral af hoe iemand ooit op een dergelijk idee komt.

Na drie dagen in Bryce was het tijd om naar mijn laatste bestemming te rijden: Zion National Park. Vanwege de populariteit van het park is het regelen van een kampeerplaats hier een enorme ramp. Iedere ochtend staat er al voor 7 uur een enorme rij van auto’s voor de camping, die allemaal wachten totdat er mensen weg gaan. Ik had hierbij geluk, omdat de meisjes uit San Francisco al een dag eerder vertrokken waren en een kampeerplaats hadden geregeld. De volgende dag kon ik dus op mijn gemakje langs de rij af rijden om mijn auto bij hun op de plaats te zetten. De dag daarop hoefde ik alleen maar door te geven dat ik mijn verblijf wilde verlengen en daarmee was alles geregeld. Ik heb dus geen moment in de rij gestaan, terwijl sommigen al om kwart voor 5 ’s ochtends in de rij stonden voor een plaatsje.

De eerste dag in Zion hebben we met zijn drieën een wandeling gemaakt en vervolgens een basketbal wedstrijd bekeken. Op dat moment waren namelijk de finales van de NBA bezig, en een van de teams kwam uit San Francisco. De wedstrijd hebben we in een bar vlak buiten het park gekeken. Helaas verloor het team uit San Francisco, maar verder was het heel gezellig. De volgende dag vertrokken de anderen weer naar huis en was ik weer in mijn eentje. Die dag heb ik een wandeling gemaakt van waaruit je een geweldig uitzicht hebt op de vallei. Zion leek qua dat wel een beetje op Yosemite: beide parken lagen in een vallei en werden omringd door hoge kliffen.

De dagen daarop was het weekend. Normaal had ik geen flauw idee welke dag het had, immers maakte dit voor mij toch niet uit. Ditmaal echter wel dus, voornamelijk omdat ik het nog drukker verwachtte in het weekend. Om de drukte te ontvluchten ben ik dan ook naar andere delen van het park gereden, waar het een stuk rustiger was. Tegelijkertijd vond ik het hier minstens zo mooi als in de vallei, maar blijkbaar weten de meesten er niets van af. Op zondag kwam ik geheel onverwacht bij een enorm meer bij. Dit was vooral onverwacht omdat het in de vallei op dat moment zo’n 40 graden was en het er nauwelijks regent. Iets verderop waren er juist enorme weides en dus een redelijk groot meer waar je kon vissen, kayakken of met een bootje varen. Helaas was ik hier van te voren niet van op de hoogte, anders had ik misschien een kayak kunnen huren en zelf het water op kunnen gaan.

Toen het weekend eenmaal voorbij was ben ik weer elke dag de vallei ingegaan. Ik geloof dat er qua drukte niet veel verschil is tussen de weekenden en weekdagen, maar dat maakte niet uit. Maandag heb ik Angel´s Landing beklommen, wat waarschijnlijk de bekendste wandeling van het park is. Dit komt voornamelijk door de laatste 800 meter, waarbij je met kabels en kettingen naar de top klimt. Op sommige stukken is het pad nauwelijks een meter breed, met afgronden van zo´n 300 meter aan beide kanten. Op zich is dit allemaal geen probleem, tenzij je andere mensen tegenkomt. Meestal was er gelukkig wel meer dan genoeg ruimte om te passeren en uiteindelijk heb ik de beklimming zonder ongelukken overleeft.

Mijn laatste volledige dag in Zion ben ik de Narrows in gegaan. Dit is een wandeling waarbij je in een kloof van ongeveer 10 meter breed loopt. Dit is op zich niet zo gek, behalve dat de ruimte volledig gevuld wordt door een rivier. Het grootste deel van de wandeling loop je dan ook door het water, waarbij het soms tot aan je borst staat. Het is dan ook verstandig om hiervoor speciale schoenen, een wandelstok en een waterdichte rugzak te huren. Tegelijkertijd was het ook heerlijk om door de rivier te lopen. Sinds het einde van het weekend waren de temperaturen namelijk opgelopen tot rond de 44 graden. In de kloof was het gelukkig een stuk koeler en uiteindelijk ben ik bijna de hele dag onderweg geweest.

De dag erop was de laatste volledige dag van mijn roadtrip, aangezien ik de dag erop mijn auto zou inleveren. Erg veel heb ik toen niet gedaan. ´s Ochtends ben ik naar een uitkijkpunt gelopen en verder ben ik naar Las Vegas gereden, waar ik ´s nachts zou kamperen. ´s Middags was het veel te heet om ook maar iets uit te voeren en ´s avonds heb ik vooral gebruikt om de enorme rotzooi in mijn auto op te ruimen. De volgende dag hoefde ik dus alleen mijn auto nog schoon te maken en in te leveren. Rond 12 uur zat het avontuur er dan ook op en was ik weer onderweg naar mijn motel voor mijn laatste nacht in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Omdat het in Las Vegas zo mogelijk nog warmer was dan in Zion (45 graden), heb ik de hele middag in mijn hotelkamer bij de airco gezeten en ben ik aan dit verslag begonnen. Overigens is de hitte in Las Vegas in tegenstelling tot in Nederland wel een droge hitte. Dit maakt het iets beter uit te houden. De beste beschrijving van de hitte kwam van iemand die ik tijdens mijn laatste dag in Zion sprak. Hij beschreef het “alsof er constant een föhn op je gericht staat”, iets waar ik mij wel in kon vinden. Toen de zon bijna onder was en het dus iets afkoelde ben ik nog één keer de Strip op gegaan voor een hapje en om nog een gokje te wagen. Blijkbaar had ik die avond geluk, aangezien ik met heel wat meer geld terugkwam als dat ik vertrokken was. Ook zonder dit laatste heb ik mij echter prima kunnen vermaken in Las Vegas. Buiten de Strip en Fremont street is er in de stad zelf niet veel te doen. Wel hangt er ’s avonds gewoon een heel leuke sfeer en ook met alleen rondkijken is er genoeg te doen.

Tijdens mijn laatste dag ben ik overdag nog even naar Fremont street gegaan om daar rond te kijken. Dit is een overdekte straat met daaraan wat casino’s, hoewel geen van alle zo groot zijn als op de Strip. Wel hebben de meeste casino’s en restaurants hun bar op straat staan, waardoor het meeste zich buiten afspeelt. Overdag was het natuurlijk redelijk rustig, maar toch vond ik het wel leuk om te zien. Vervolgens heb ik mijn koffer en rugzak opgehaald en ben ik richting het vliegveld vertrokken. Uiteindelijk moest ik nog 5 uur wachten op mijn vlucht, omdat ik een avond / nacht vlucht had. Rond kwart voor 10 ben ik richting New York vertrokken en ’s ochtends om 5 uur stond ik op het vliegveld in New York. Van hieruit ben ik langzaam richting mijn eerste verblijf vertrokken. Onderweg heb ik nog wat gegeten en rond half 9 was ik aangekomen. Hierbij ga ik dit verslag dan ook beëindigen, op wat kleine opmerkingen na. De rest komt een andere keer!

Tot slot wil ik nog een paar dingen opschrijven die niet echt in het verslag pasten, maar die misschien toch wel interessant zijn om te lezen. Ten eerste verbaasde ik mij iedere keer over de enorm lage benzineprijs in de Verenigde Staten. Hier koop je namelijk benzine per gallon (zo’n 3,79 liter). Omgerekend naar Euro’s en liters is het goedkoopste wat ik betaald heb voor een liter zo’n €0,50! Het duurste zo’n €0,90/l en dat kwam vooral doordat ik op dat moment nogal afgelegen zat. Iedere keer als ik bij een benzinepomp kwam probeerde ik vooraf in te schatten hoeveel het zou gaan kosten. Pas de laatste dag ben ik er enigszins in geslaagd de kosten goed te schatten, daarvoor zat ik iedere keer veel te hoog. De rest van de dingen waren min of meer even duur als thuis. Enige uitzondering hierop is het eten in een restaurant. Met even zoeken kan je meestal voor €10-12 een flinke avondmaaltijd krijgen.

Verder zijn er ongetwijfeld mensen die zich afvragen of alleen reizen niet enorm saai is. Het enige antwoord dat ik hierop kan geven is dat het mij enorm is meegevallen! Zoals geschreven waren er twee momenten waarop ik wat minder in mijn vel zat, gedurende de overige dagen heb ik het juist geweldig naar mijn zin gehad! Er zijn verder ook weinig dagen geweest waarbij ik niet minstens één leuk gesprek met iemand anders had. De dagen waarbij dit niet was, waren vooral de dagen waarin ik lange afstanden moest rijden op weg naar mijn volgende bestemming. Amerikanen zijn voor mijn gevoel dan ook heel open mensen die heel graag een praatje maken met anderen. In een restaurant of supermarkt krijg je wel al gauw het gevoel dat dit geforceerd is, maar daarbuiten totaal niet! Ik kreeg met name veel opmerkingen over mijn auto. Heel veel mensen vonden mijn keukentje geweldig als ik de kofferbak open had staan, en ik kreeg dan ook vaak de vraag of ik de auto zelf gebouwd had. Verder kreeg ik altijd een stortvloed aan vragen zodra mensen doorhadden dat ik Nederlands was, dat ik alleen reisde of als ik zei dat ik bijna 50 dagen onderweg was / zou zijn. Natuurlijk ligt het er een beetje aan hoe je er zelf in staat, maar in principe hoef je je dus nooit eenzaam te voelen. ’s Avonds zit je wel regelmatig alleen in je auto, maar met een boek of iets dergelijks is dit ook absoluut geen probleem. Deze dagen lag ik meestal ook met zonsondergang te slapen, wat vanwege het vroege opstaan ook hard nodig was.

Als allerlaatste wil ik wel nog een nadeel noemen van het alleen reizen. Ik had namelijk niet verwacht dat het zó ontzettend vermoeiend zou zijn. Uitzonderingen daargelaten sliep ik meestal zo´n 5-7 uur per dag. De rest van de dag was ik bezig met wandelen, genieten maar natuurlijk ook plannen. Hoewel ik mijn route vooraf al uitgestippeld had, was er altijd wel iets dat nog geregeld moet worden. Eenmaal terug in Las Vegas was ik om deze reden dan ook stiekem wel blij dat het er op zat. Tegelijkertijd was het een geweldige ervaring die ik nooit vergeten zal en is alles het meer dan waard geweest!

Nu ik het verslag helemaal af heb zie ik dat het ongeveer 11,5 pagina’s lang is. Op zich een redelijke prestatie, aangezien ik in Nieuw Zeeland vaak even lange verslagen had over een periode van 2 weken! Tegelijkertijd heb ik natuurlijk ook een hele hoop dingen weggelaten. De details van de vele wandelingen zijn namelijk weggelaten, evenals een hele hoop mensen die ik onderweg ontmoet heb! Hoewel ik dat allemaal ook graag verteld had, was dat simpelweg niet haalbaar. Waarschijnlijk was dit verslag dan een pagina of 40 langer geworden. Hopelijk weet iedereen nu waar ik de afgelopen tijd ongeveer ben geweest. De andere verhalen komen ongetwijfeld nog wel een keer als ik weer thuis ben. Verder zitten bij dit verslag iets van 90 foto's. Het verhaal hierboven is dan ook min of meer een toelichting op deze foto’s.

Tot slot nog even kort over waar ik nu ben. Bij het uploaden van dit verslag begin ik aan mijn tweede volledige dag in New York. In totaal zal ik 10 dagen in New York doorbrengen en 4 in Washington D.C. Vervolgens moet ik één nacht in een hotel op het vliegveld overnachten voordat ik de ochtend erop naar Mexico Stad vlieg. De specifieke plannen en wat er tot nu toe gebeurd is houd ik voorlopig nog even voor mij, dit is voor het volgende verslag. Ik ga er van uit dat ik wel ergens tijd kan vinden om deze te schrijven, maar dat weet ik op dit moment natuurlijk nog niet. Ik ga in ieder geval mijn best doen!

  • 28 Juni 2016 - 06:08

    Tanja Looijmans:

    Hoi Kenneth,
    Ik ga vanavond je verslag lezen, ik ben heel benieuwd, maar ik wil je even feliciteren met je verjaardag!
    Maak er een fijne dag van vandaag!
    Groetjes, tante Tanja

  • 28 Juni 2016 - 09:09

    T.annie:

    Hallo jarige, van harte gefeliciteerd met je verjaardag , pap en mam heb ik ook al gefeliciteerd en gezegd dat ze er maar een gezellige dag van moeten maken, en jij ook.
    Ik heb al een klein stukje gelezen en de foto's bekeken, vanavond ga ik verder lezen want het is beere interessant en erg leuk geschreven. Een fijne reis verder en je krijgt nog reactie over je verslag groet .t annie

  • 28 Juni 2016 - 10:58

    Oma:

    Hoi Kenneth.
    Aller eerst van harte gefeliciteerd met je verjaardag ook van Opa.

    Wat een verslag, had je geen blauwe vingers na het typen.
    Ik heb het geweldig gevonden wat je schreef en je foto's ook.
    Opa zal het vanmiddag lezen.


  • 29 Juni 2016 - 00:01

    Ingrid:

    Ik heb net je verslag gelezen en al hebben we vaak geappt is hetvtoch weer leuk om alles nog eens te lezen. Veel plezier nog en het aftellen is begonnen kus mama

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Verenigde Staten, New York

Actief sinds 06 Juli 2014
Verslag gelezen: 365
Totaal aantal bezoekers 10535

Voorgaande reizen:

02 Juli 2014 - 18 December 2014

Uitwisseling NZ

Landen bezocht: