Pirongia en The Coromandel - Reisverslag uit Hamilton, Nieuw Zeeland van Kennethinnz - WaarBenJij.nu Pirongia en The Coromandel - Reisverslag uit Hamilton, Nieuw Zeeland van Kennethinnz - WaarBenJij.nu

Pirongia en The Coromandel

Door: Kenneth

Blijf op de hoogte en volg

18 Augustus 2014 | Nieuw Zeeland, Hamilton

Na nog eens twee weken is het alweer tijd voor mijn vierde verslag. De tijd blijft hier voort razen en ik kan het nauwelijks geloven dat ik al bijna op de helft van mijn semester ben. Deze keer geen lange introductie, het verslag zelf is al lang genoeg!

Omdat het vorige verslag dus op een zondag geëindigd was, begint dit verslag een keer op maandag. Eerlijk gezegd kan ik mij maandag niet goed herinneren, behalve dat de spierpijn er alleen maar erger op is geworden. Verder heb ik vanaf die dag besloten mijn weekend met een dag te verlengen. Mijn enige les op maandag bestaat namelijk alleen nog uit presentaties van groepen studenten. Aangezien mijn presentatie pas over 6 weken is en het verder niet relevant voor het examen is, zie ik er geen nut in om te gaan. Erg veel verschil maakt het niet omdat ik mijn maandagen toch voor mijn studie zal gebruiken, maar het is toch leuk dat ik meer dagen vrij heb dan dat ik les heb. ’s Avonds moest uiteraard de volgende reis nog gepland worden. Dit ging gelukkig een stuk vlotter dan de vorige keer. Voor het einde van de avond hadden we zowel een auto gehuurd en accommodatie voor twee nachten gevonden.

Dinsdag en woensdag bestonden voornamelijk uit studeren. Donderdag stonden namelijk twee testen op het programma en verder was er nog een essay die de week erop ingeleverd moest worden. Verder is er dan ook niet veel gebeurt deze dagen.

Donderdag begon dus meteen al goed met de twee testen direct na elkaar. Beide waren niet al te moeilijk, hoewel ik bij een test in tijdnood kwam. De andere test was weer niet al te goed georganiseerd. Ten eerste werd dezelfde test om 9, 10 en 11 uur afgenomen. Omdat de test maar één uur duurt, hadden de studenten die om 9 uur les hadden dus ruim een uur de tijd de vragen door te geven aan de studenten die de test om 11 uur maakten. Ik zit helaas in de 10 uur groep en had er dus niets aan. Verder stonden de antwoorden van 25% vragen op de toets zelf. Het was niet heel eenvoudig te zien, maar de vragen waar ik zeker van het antwoord was en de vragen die ik niet ingevuld had maar wel een goed idee voor het antwoord had kwamen precies overeen met de letters waarvan ik dacht dat ze de antwoorden waren. Donderdagavond heb ik doorgebracht met een diner in een van de huizen buiten de campus. Dit was met dezelfde groep als de doordeweekse avonden in de weken er voor, alleen ditmaal in een ander huis.

Na een gezellige avond en een redelijk korte nacht ging op vrijdagochtend de wekker voor de volgende reis. Ditmaal hadden we een auto gehuurd voor drie dagen en was Coromandel de bestemming. Coromandel (of The Coromandel) is een schiereiland ongeveer 1,5 uur ten oosten van Hamilton. Verder was dit dus de eerste echte weekendtrip en waren de weersvoorspellingen veelbelovend. De ochtend begon meteen al goed. Toen we aankwamen bij het verhuurbedrijf kregen we te horen dat we een upgrade kregen. In plaats van een Yaris hadden we ditmaal een Toyota Corolla, die iets groter is. Omdat we maar met twee personen waren hadden we de ruimte niet echt nodig, maar het was toch mooi meegenomen. Voordat we richting Coromandel reden moest er natuurlijk eerst wat boodschappen gedaan worden. Uiteindelijk gingen we maar voor goedkoop en werd het twee dagen achter elkaar, jawel: pasta… Het plan was om eerst naar het hostel te rijden en daar te vragen wat er in de omgeving te zien was. Qua activiteiten waren we niet erg goed voorbereid. We hadden wel enkele dingen die we wilden doen, maar deze waren bij lange na niet genoeg om 3 dagen te vullen. Uiteindelijk zijn wij rond 3 uur bij onze hostel aangekomen. Dit was een stuk later als verwacht, maar dat kwam vooral doordat we tussendoor twee keer gestopt waren.

Na een weg met vooral heel veel bochten door het bosrijke gedeelte kwamen we in Tairau aan. Dit was meteen ook de eerste keer dat we de zee zagen. De week ervoor hadden we die in Raglan ook al gezien, maar toen was het niet zonnig. We zijn dan ook maar even in het dorpje gestopt om het strand te verkennen. Verder ligt Mount Paku in Tairau. Dit is een uitgestorven vulkaan (dit was overigens niet zichtbaar) die te beklimmen valt. Omdat we toch al zo vaak klimmen, zijn we deze korte klim (ongeveer 10 min) ook maar aan gegaan. Dit bleek een goede keus te zijn. Het uitzicht over het dorpje en de zee onder een strakblauwe hemel was het meer dan waard. Achteraf bleek deze klim een van de activiteiten te zijn die we toch al gepland hadden, dus kon die meteen van de lijst afgestreept worden. Na vervolgens nog een half uur op een ander strand te hebben gespendeerd zijn we doorgereden naar Hahei, de eindbestemming. Op het laatst was het nog even zoeken naar het hostel waarin we verbleven omdat we zowel geen adres en geen kaart hadden. De voorbereiding was dus niet bepaald optimaal… Gelukkig is Hahei ongeveer het enige dorpje met fatsoenlijk bewegwijzering, dus duurde het niet al te lang. De accommodatie zelf was geweldig. Onze kamer bestond uit drie stapelbedden waarvan uiteindelijk vier bedden bezet waren. Verder was er een grote zitruimte met keuken waar je gezellig wat kon praten.

Omdat het al wat later was en we toch nog gebruik wilde maken van de laatste uren met zonlicht, zijn we na een snelle lunch richting Cathedral Cove gelopen. Deze lag ongeveer één uur te voet van onze accommodatie af. Onderweg waren er nog twee baaien waar je naar toe kon lopen, dus daar hebben we ook snel een kijkje genomen. Net voor Cathedral Cove zelf werden we nog ingehaald door twee Duitse meisjes die we eerder daarvoor al in het hostel hadden ontmoet. In tegenstelling tot ons waren vierden zij hun vakantie in Nieuw-Zeeland. De rest van de heen- en terugweg hebben we met zijn vieren afgelegd. Cathedral Cove zelf was wel mooi, maar niet zo indrukwekkend als ik verwacht had. Ondanks dat de naam anders suggereert, past er namelijk absoluut geen kathedraal in. Misschien ben ik gewoon nog gewend aan de Europese standaarden voor een kathedraal. De ‘kathedraal’ van Hamilton past er namelijk wel in, maar deze is nog geen 5 meter hoog… Desondanks was het nog steeds mooi om te zien. Omdat het een ‘cove’ is, is het mogelijk om er door heen te lopen. Eerlijk gezegd zou ik niet weten wat het Nederlandse woord er voor is. Blijkbaar zijn Nederlandse woorden voor grotten en dingen die er op lijken niet mijn sterkste punt. Verder moet ik toegeven dat hoe langer ik weg ben, hoe meer Nederlandse woorden ik vergeet. Af en toe moet ik echt nadenken voordat ik het juiste woord kan vinden… Maar om weer terug te gaan naar het verhaal: het getij liet het niet toe naar de andere kant te lopen. Zelfs naar binnen lopen was niet mogelijk geweest zonder mijn waterdichte schoenen. Ondertussen word ik steeds gelukkiger met ze naarmate ik ze langer gebruik. Op de terugweg begon het al te schemeren. Behalve dat het de wolken een mooie gloed gaf maakte dit niet echt een verschil. Wel begon het de laatste vijf minuten van de tocht wat te regenen, maar toen waren we toch al bijna binnen. Weer aangekomen op de accommodatie ontmoetten we de andere gasten. Toevallig zaten hier ook vijf andere uitwisselingsstudenten uit Hamilton en kon ik mijn Nederlands weer wat ophalen met twee studenten die hun uitwisseling in Auckland doen. Verder waren er ook enkele echte reizigers, sommige waren al enkele jaren in Nieuw-Zeeland! Na gegeten te hebben werd er nog wat gekaart en hadden we een planning gemaakt voor de volgende dag.

Zaterdag waren we rond kwart over 9 weer onderweg richting Hot Water Beach. Dit strand staat bekend om de hete bronnen die zich onder het zand bevinden. Bij eb is het mogelijk om een gat in het zand te graven. Gelukkig waren we hier van op de hoogte, dus hadden we ons bezoekje precies gepland tijdens het laagtij. Verder kregen we een schop mee vanuit ons hostel en konden we dus onze eigen hot pool graven. Erg diep graven was niet nodig, binnen enkele seconden komt het warme water naar boven. Wel moet je even uitvogelen waar je het beste kan graven. Als je te ver van de bronnen af graaft is het water koud. Graaf je te dichtbij, dan is het water weer te warm, aangezien de temperatuur op kan lopen tot ongeveer 64 graden! Gelukkig was het niet te druk en konden we op ons gemakje de beste plaats zoeken. Ondertussen waren de weersvoorspellingen uitgekomen en was het weer prachtig weer. Met opnieuw een onbewolkte hemel was het prima uit te houden. Verder hebben we zelfs een duik genomen in de zee om wat af te koelen. Binnen een kwartier begon ik mij echter al enigszins te vervelen. Uiteindelijk heb ik dan ook maar een wandeling over het strand gemaakt om wat meer van de omgeving te zien. Ondanks dat het nog geen 10 graden was, kon je gewoon in een zwembroek over het strand lopen. Na een wandeling van ongeveer drie kwartier stond mij een verrassing te wachten toen ik weer terug kwam bij de bronnen. Inmiddels zaten er meer dan 50 toeristen rond de bronnen. Omdat de bronnen zich op een klein gebied vinden, zat iedereen bijna op elkaar geplakt. Na nog even in onze pool gezeten te hebben vond ik het dan ook de hoogste tijd om te gaan. ’s Middags stond er namelijk nog veel meer op het programma.

Na een korte lunch zijn we eerst richting Cooks Beach gereden. Het strand en nog wat andere dingen in de omgeving zijn zo genoemd door James Cook, die er als eerste in geslaagd is een rondje om Nieuw-Zeeland te varen. Dat was schijnbaar zo belangrijk dat de omgeving nu namen heeft als Shakespeare’s Cliff, in plaats van hun oude Maori namen. Maar goed, het strand was een mooi zandstrand van 3 km. Verder was er niet veel te beleven, dus na een korte wandeling over het strand zijn we weer verder gereden. Wat wel nog opviel was dat het dorpje compleet uitgestorven was. Later kwamen er achter dat dit overal zo was en de omgeving dus compleet op de zomer gericht is. Ondanks een gebrek aan mensen kreeg ik toch wel een zomergevoel. Met het warme zonnetje, stranden en wat krekels op de achtergrond deed het mij wel een beetje denken aan de zomer die ik dit jaar dus niet gehad heb.

Onze volgende bestemming was dus Shakespeare’s Cliff, waar je een mooi uitzicht had over Cook’s Beach, Lonely Bay, Whitianga en nog een andere baai. Van daaruit hebben we de twee baaien verkend voordat we richting de veerpond zijn gereden. Whitianga, een van de grotere dorpen in de Coromandel lag namelijk aan de overkant. De afstand was niet erg groot, ongeveer 100 meter. Door een sterker stroming kan je echter niet naar de overkant zwemmen en vaart er dus een klein bootje de hele dag op en neer. Binnen vijf minuten kwamen we er achter dat er in Whitianga even weinig te doen was als op Cooks Beach, dus waren we nog geen half uur later weer terug bij de auto. Omdat het toch nog licht was en we nog wat wilden zien hebben we nog een kleine wandeling van ongeveer 30 minuten gemaakt. Eerst moest er een heuvel beklommen worden wat (heel) vroeger een Pa was van de lokale Maori stam. Een Pa is een soort van vluchtplaats waar de stam heen gaat als ze werden aangevallen. Het is echter geen kasteel, maar gewoon een heuvel waar ze een ophaal brug op hebben gemaakt die je maar vanuit een kant kan aanvallen. Helaas was er verder niets van te zien, maar het was toch leuk om te lezen.

Het laatste deel van de wandeling leidde naar een baai die achter de heuvel lag. De originele naam luidde dan ook Back Bay. Vervolgens was het de bedoeling weer terug te gaan naar onze hostel. Tussendoor hebben we impulsief nog een stop gemaakt bij een wijnproeverij. Hier wilde we eigenlijk alleen wat rondkijken, maar voordat we het wisten werden we al naar binnen geroepen door de eigenaar. Deze begon meteen honderduit te vertellen over de wijngaard en wat hij allemaal in huis had. Verder kregen we nog een heel (interessant) verhaal te horen over de feijoa. In tegenstelling tot wat alle toeristen (wijzelf natuurlijk inbegrepen) denken, is dat namelijk het stuk fruit waar alle Nieuw-Zeelanders mee opgroeien. De kiwi doen ze dus blijkbaar alleen maar exporteren. De reden dat de meesten nooit van feijoas gehoord hebben is omdat ze per regio maar 2 weken per jaar verkrijgbaar zijn. Ook zijn ze maar 2 dagen houdbaar, tenzij je ze invriest. Gelukkig had de eigenaar er wat in de vriezer liggen die hij graag met ons deelde. Het leuke aan dit fruit is dat ze allemaal anders smaken. Ze variëren een beetje van licht bitter tot een ananasachtige smaak. Verder kregen we nog wat drankjes op basis van feijoa aangeboden, die allemaal ook prima smaakten. De enige reden dat ik geen fles als souvenir heb meegenomen is omdat het toch iets te lastig zou worden om het nog enkele maanden mee te dragen. Na een best leerzaam en leuk gesprek was het na ongeveer 45 minuten toch weer tijd om de laatste paar kilometer naar onze hostel af te leggen. Na de pasta en wat gepraat te hebben met de andere gasten was het alweer tijd om te gaan slapen.

Op zondagochtend waren we rond half 10 alweer op weg. Uitchecken moest toch voor 10 uur gebeuren en we wilden het meeste uit onze laatste dag halen. Het plan was om via Coromandel Town en Thames weer richting Hamilton te rijden. Op deze manier hadden we een mooi rondje over het schiereiland gemaakt. Onderweg hadden we natuurlijk nog een paar activiteiten gepland. We wilden namelijk 309 road nemen, wat een toeristische route zou moeten zijn. Ik ging er van uit dat het een erg drukke weg zou zijn en hoopte stiekem dat het niet al te druk zou zijn. De charme van Nieuw-Zeeland is toch wel de rust die je overal kan vinden. Uiteindelijk was de realiteit totaal anders dan ik verwacht had. De toeristische route leek meer op de routes die wij normaal afleggen met de jeep in Griekenland dan een drukke toeristische weg. Ten eerste was de weg onverhard en redelijk smal en ten tweede was er totaal geen wegbewijzering. De watervallen die we wilden zien zijn we dan ook compleet voorbij gereden. Wel zijn we naar een kauri grove geweest. Een kauri is een enorme boom die schijnbaar alleen nog in Nieuw-Zeeland voorkomt. Hier zijn ze ook met uitsterven bedreigd, waardoor we onze schoenen eerst met een of ander middel in moesten spuiten voordat we door mochten lopen. De bomen zijn daadwerkelijk enorm en kunnen behoorlijk oud worden. Als ik het mij goed herinner was de oudste boom waar wij waren ongeveer 600 jaar oud, wat niet eens heel oud is. Verder was er nog een Siamese kauri te zien met twee bomen uit één stam.

Daarna was het tijd voor onze dagelijkse wandeling. Ditmaal zou het helemaal een avontuur worden gezien de bewegwijzering tot dan toe. Uiteindelijk was het nog minstens 10 maal erger dan ik van te voren had verwacht, hoewel het achteraf wel leuk was. Het begon direct al doordat we de afslag voorbij reden. Gelukkig was er toch niemand, dus irriteerden we niemand door midden op de weg achteruit te gaan rijden. Daarna begon het echte avontuur pas. Nadat we eenmaal afgeslagen waren veranderde de onverharde, maar gladde weg in een onverharde weg vol met kleine keien. Onze Toyota was daar natuurlijk niet opgebouwd, hoewel hij het wel prima deed. Eerlijk gezegd had ik aan het einde van het weekend wel medelijden met onze auto (en degene die hem moest poetsen). Na 20 minuten heuvel opwaarts gereden te hebben kwamen we het tweede (van in totaal twee) bordje tegen. We waren dus nog steeds op de goede weg. Uiteindelijk kwamen we aan bij iets waarvan wij dachten dat het de parkeerplaats was. Onze bestemming was al van ver te zien, dus we hadden in ieder geval een goed idee waar we heen moesten. Onze wandeling zou ons namelijk tot bovenop Castle Rock brengen. In tegenstelling tot Cathedral Cove verdiende deze berg wel zijn naam. Hij had qua vorm wel wat weg van een kasteel en torende daarnaast ook nog boven alles in de omgeving uit. Na de auto geparkeerd te hebben zijn we richting het begin van het pad gelopen. Na een kort, vlak gedeelte bleek meteen al dat deze wandeling anders dan de vorige zou worden. Behalve dat het erg drassig was, was het pad smal en enorm moeilijk begaanbaar. Verder kregen we het nog voor elkaar om van het enige pad in de omgeving af te raken. Dit kwam doordat het leek alsof er een klein pad naar rechts liep, waarvan wij dachten dat dat het hoofdpad was. Blijkbaar waren wij niet de enigen die dat dachten, aangezien het toch min of meer een uitgesleten pad was. Wel waren er enkele momenten waarop het praktisch verdwenen was en je maar door de lage begroeiing moest lopen en hopen dat het goed kwam. Uiteindelijk gebeurde dit ook en na een kleine omweg van 20 minuten zijn we toch weer op het goede pad terecht gekomen. Van daaruit was het vooral omhoog klimmen. De laatste meters moesten zelfs met handen en voeten beklommen worden. Op dat moment was het dan ook meer klimmen als wandelen, maar direct daarna waren we op de top aangekomen.

Vanaf de top had je een schitterend uitzicht over vrijwel heel Coromandel. Ondanks dat je precies in het midden zit, kon je zowel in het oosten als het westen de oceaan zien. In het westen was zelfs een deel van de eilanden tussen Auckland en Coromandel en de overzijde van de baai te zien. Verder kon je ook het uitgestrekte bos zien waarin we ons bevonden. Helaas was het weer niet al te best, waardoor ook de foto’s niet al te best zijn geworden. Sowieso doen de foto’s van de uitzichten tot nu toe geen recht aan de werkelijkheid, maar daar kan ik natuurlijk niets aan doen. De afdaling verliep een stuk vlotter dan de heenweg, mede doordat we ditmaal wel op het officiële pad bleven. Eenmaal beneden aangekomen was het avontuur echter nog niet afgelopen. Net toen we weer terug op de weg waren en aan de afdaling naar de auto wilden beginnen, kwam er van links een man met drie honden aangelopen. Op zich is dat niet zo heel erg, behalve dat de honden er als de standaard waakhond uitzagen en de man een flink jachtgeweer over zijn schouder had hangen. Het feit dat de honden meteen naar ons toe renden en wij op dat moment nog steeds geen flauw idee hadden of we er wel met de auto mochten komen maakte de situatie er niet beter op. Gelukkig viel het allemaal mee en waren zowel de honden als de man erg vriendelijk. Uiteindelijk zijn we samen de weg afgelopen tot wij bij onze auto waren. Het geweer hebben we maar zoveel mogelijk geprobeerd te negeren en waarvoor het diende hebben we ook maar niet gevraagd. Achteraf ga ik er vanuit dat geweer en de honden bedoeld waren was voor het jagen op wilde dieren, omdat er in de omgeving veel hout gewonnen werd, maar op dat moment denk je daar natuurlijk niet meteen aan.

De rest van de dag was een stuk minder avontuurlijk. Na wat geluncht te hebben in Coromandel Town hebben we nog twee strandjes in de buurt verkend. Deze waren echter iets rotsachtiger en naar mijn mening minder mooi dan de strandjes aan de westkust. Verder hebben we nog een korte wandeling van één uur gemaakt in de omgeving voordat we weer vertrokken. Daarna besloten we maar direct naar Hamilton te rijden, aangezien we beide uitgeput waren.

Over de daaropvolgende week kan ik het gelukkig wat korter houden. Doordeweeks had ik namelijk geen tijd voor alles wat niet met school te maken heeft. Vrijdag moest er namelijk een essay ingeleverd worden. Ondanks dat ik er de week ervoor al aan begonnen was, heeft het mij toch de hele week gekost voordat ik het af had. Het inleveren van het verslag zorgde op vrijdag ochtend ook nog voor een verrassing. Hoewel dit net als thuis gewoon via het internet gebeurt, kan de professor hier een vakje aanvinken waarmee hij aangeeft dat hij het uit wil printen. Ook dat is vrij normaal, behalve het feit dat de student voor de kosten van het printen opdraait. Ondanks dat dit maar 10 cent per pagina is, vond ik dit toch een beetje belachelijk. Het is namelijk niet mijn probleem dat de professor mijn verslag uit wil printen en waarschijnlijk kan hij het zelf kosteloos doen. Maar goed, ik had daar natuurlijk niet op gerekend, dus stond er niet genoeg geld op mijn universiteitspas. Omdat we voor die dag wel plannen hadden kon ik dus om half 9 op en neer naar de bibliotheek rennen om wat geld op mijn pas te zetten. Uiteindelijk was het toch allemaal gelukt en kon ik mij klaar gaan maken voor de wandeling van die dag.

Voor het weekend hadden we deze keer geen grote plannen. Alleen op vrijdag waren we van plan om een wandeling te maken en de rest van de dagen zouden we gewoon doorbrengen in Hamilton. Aanstaande dinsdag heb ik namelijk een test voor een van mijn vakken en doordat ik de afgelopen week aan mijn verslag heb gespendeerd had ik niet echt de tijd om te beginnen met leren. Op vrijdag hadden Enrique en ik een lift geregeld naar Pirongia. Hier werden we ’s ochtends afgezet om vervolgens tussen 4 en 5 weer opgehaald te worden. Bij Pirongia ligt het Pirongia Forest Park en een kleine berg. Hier waren we van plan een lange wandeling te maken van ongeveer 5 uur. Dit zou ons door de bossen naar twee uitkijkpunten brengen op de berg. De top was nog twee tot drie uur langer lopen, maar helaas hadden we hier niet genoeg tijd voor. De wandeling was redelijk stijl en liep door een bos van de gebruikelijke tropische bomen en loofbomen. De heenweg hebben we vrij snel afgelegd omdat we niet precies wisten hoe lang de wandeling was en we wel de uitkijkpunten wilden halen. Helaas had het de afgelopen dagen veel geregend, dus was het pad erg drassig. Regelmatig zakte je schoenen tussen de 5 en 10 centimeter weg in de modder. Verder was het ook weer een beetje een avontuurlijke wandeling. Meerdere malen was het nodig met handen en voeten te klimmen. Het laatste stukje naar de top bestond zelfs alleen uit rotsen. Hier waren kettingen aangebracht die je nodig had om omhoog te klimmen. Gelukkig was het niet al te lastig en was het vooral leuk om te doen. Direct daarna kwamen we op het eerste uitkijkpunt aan op 820 meter boven zeeniveau. Van hieruit had je een mooi uitzicht over de vele weilanden in de omgeving en in de achtergrond zelfs Mount Maungatautari die iets verderop ligt. Na een korte pauze zijn we doorgelopen naar het tweede uitkijkpunt. Helaas was dit geen recht pad, maar moest je eerst dalen voordat je weer aan de volgende klim kon beginnen. Gelukkig was het ditmaal niet nodig om rotsen te beklimmen en binnen een half uur stonden we dan ook op het tweede uitkijkpunt. Deze lag nog net iets hoger als de vorige (899 meter) en gaf een uitzicht over de andere kant van de berg. Eerlijk gezegd was het niet heel erg verschillend, behalve dat het iets vlakker was. Helaas stond er een sterke wind op de top, waardoor het niet erg aangenaam was. Lunchen hebben we dan ook maar halverwege gedaan, waar we in ieder geval uit de wind konden zitten. Verder was het een beetje vochtig, waardoor de foto’s niet al te goed gelukt zijn. Behalve de wind was het weer opnieuw geweldig. Op de een of andere manier is het altijd goed weer in het weekend, zelfs als het weer doordeweeks waardeloos is.

Omdat we genoeg tijd hadden voor de terugweg, hebben we deze iets rustiger gelopen. Uiteindelijk waren we na bijna 6 uur onderweg geweest te zijn weer terug op de parkeerplaats. Hier was het nog even wachten op onze lift, wat gelukkig niet al te lang duurde. Zaterdagochtend en middag bestonden voornamelijk uit studeren. Verder ben ik nog even op en neer naar het centrum gelopen om toch even buiten te zijn en van het mooie weer te genieten. ’s Avonds waren we uitgenodigd voor een housewarming party. Hier zijn we dan ook de hele avond geweest en uiteindelijk was het vrij laat voordat we weer terug op de campus waren. Tussendoor kwam de politie nog even op bezoek omdat we blijkbaar te veel lawaai maakten. Persoonlijk vond ik het wel mee vallen, maar ondertussen hadden er toch verschillende buren geklaagd. Nadat de politie ons een waarschuwing hadden gegeven mochten we echter gewoon door gaan en uiteindelijk zijn ze ook niet meer teruggekomen.

Na een korte nacht zat ik zondagochtend om half 9 weer aan het ontbijt, omdat ik in de ochtend en middag wilde studeren. Verder kwam ik toevallig nog twee jongens tegen die ik de avond er voor ontmoet had. De rest van de middag heb ik dan ook met hun in het zonnetje zitten praten. ’s Avonds moest er weer even met Geldrop gebeld worden en de rest van de avond heb ik doorgebracht met het afmaken van dit verslag.

Hierbij is er weer een einde gekomen aan een opnieuw erg lang verslag. Het volgende verslag zal iets langer op zich laten wachten. Volgende week maandag (de 25e) vertrekt namelijk ons vliegtuig naar Rarotonga! In plaats van twee weken zal er ditmaal een gat van drie weken tussen de verslagen zitten en het volgende verslag zal natuurlijk over de vakantie gaan. Het plan is om zaterdag al naar Auckland te gaan, zodat we hier twee en een halve dag rond kunnen kijken. De vlucht naar de Cook Eilanden is op maandagavond en ik hoop zaterdagmiddag 6 september weer terug in Hamilton te zijn. Aankomende week heb ik dus nog een test en moet ik nog een klein verslag inleveren en dan is het al zover! Ik heb er enorm zin in en zal er voor zorgen dat er hier in de dagen nadat ik terug kom een uitgebreid verslag met foto’s te vinden is.

  • 18 Augustus 2014 - 18:08

    Oma En Opa.:

    Hoi Vriend.
    Met veel plezier jouw blog gelezen en er van genoten.
    Opa vindt het ook fijn om te lezen.
    Groetjes van ons beide.
    Opa en Oma.

  • 20 Augustus 2014 - 14:09

    Tanja Looijmans:

    Hoi Kenneth,
    Mooi verslag weer. Wat fijn dat het in het weekend meestal mooi weer is, kunnen jullie mooi wandelen. Dat verveelt nooit in die mooie natuur daar.
    Veel succes met je studie en de test deze week.
    En dan....vakantie op de Cook Eilanden! Ik ben heel benieuwd!
    Groetjes, tante Tanja

  • 24 Augustus 2014 - 09:42

    Annie:

    Als het later niet zou lukken met werk kun jij altijd nog reisverhalen gaan schrijven Kenneth. Zo avontuurlijk en spannend. Een heel fijne vakantie gewenst veel groetjes, t. Annie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nieuw Zeeland, Hamilton

Actief sinds 06 Juli 2014
Verslag gelezen: 215
Totaal aantal bezoekers 10548

Voorgaande reizen:

02 Juli 2014 - 18 December 2014

Uitwisseling NZ

Landen bezocht: