Amerika & Canada - Yellowstone naar Banff - Reisverslag uit Jasper Park Lodge, Canada van Kennethinnz - WaarBenJij.nu Amerika & Canada - Yellowstone naar Banff - Reisverslag uit Jasper Park Lodge, Canada van Kennethinnz - WaarBenJij.nu

Amerika & Canada - Yellowstone naar Banff

Door: Kenneth & Quinty

Blijf op de hoogte en volg

06 Augustus 2018 | Canada, Jasper Park Lodge

Ondertussen zijn er weer een paar weken voorbij en is het tijd voor het tweede verslag! Op dit moment zitten wij al in Canada, maar we beginnen met onze laatste weken in de Verenigde Staten. Het vorige verslag eindigde met onze laatste dag voordat we Grand Teton National Park ingingen. Die ochtend moesten we vroeg opstaan, omdat de olie van onze auto nog ververst moest worden. Dit moet omdat we zulke grote afstanden rijden. Gelukkig was het zo gepiept (en hadden we tijd om snel de foto’s van het vorige verslag te uploaden), waarnaar we verder konden rijden. Zonder problemen stonden we rond een uur of 11 bij de camping in Grand Teton National Park, ons eerste nationale park sinds Mount Rainier. Verder bevonden we ons vanaf dat moment ook in “bear country”, en konden we dus beren tegenkomen! Dat betekent vooral dat je alles met een geurtje (toiletartikelen, eten, afwasmiddel etc.) goed moet opbergen (in de auto of een speciale box waar beren niet in kunnen komen), zodat de beren er niet bij kunnen. Ook is het belangrijk om “bear spray” bij je te hebben, een soort pepper spray maar dan extra sterk. Deze hebben we allebei ook bij, maar gelukkig hebben we die nog niet nodig gehad! Over de rest van de eerste dag valt weinig te vertellen. ’s Middags hebben we een flinke, maar korte, regenbui gehad. Daarna wilden we nog wel wandelen, maar onderweg kwamen we zo veel muggen tegen dat we maar zijn omgedraaid.

De tweede dag hebben we een wat langere wandeling gemaakt naar twee meren, vlak bij het Teton gebergte waarnaar het park vernoemd is. Op de terugweg wilden we nog even naar de top van een berg rijden, wat uiteindelijk de beste beslissing van de dag was. Binnen 10 minuten kwamen we een groep van 10 stilstaande auto’s tegen. Dit betekent meestal dat er iets interessants (vooral wild) te zien is in de omgeving. De eerste keer was tot nu toe ook de beste, want nog geen 30 meter verderop liep een zwarte beer met twee jonkies! Ik had Quinty maar snel wakker gemaakt (ze lag alweer te slapen) en zo hebben we het allebei goed kunnen zien. Het was enorm schattig om de twee jonge beertjes te zien spelen, maar helaas waren ze naar een paar minuten te ver weg om ze nog te zien. Ook de foto’s zijn helaas niet gelukt, er stonden te veel bomen in de weg. Na de beren was Quinty klaar wakker en zag ze nog geen paar minuten later een elk (een rendier, maar dan een maatje groter) in de berm liggen, met een groot gewei. Deze lag nog geen 10 meter verderop en had er totaal geen moeite mee dat wij wat foto’s namen. Tot slot zijn we ook nog een “mule deer” tegengekomen, een hert met grote oren (vandaar het gedeelte over de mule / ezel). Samen met de pronghorn (een soort antilope) die we ’s ochtends tegen waren gekomen was het dus een hele beestenboel. Uiteindelijk zijn we boven op de berg aangekomen en hier hadden we nog een schitterend uitzicht op aan de ene kant de bergen, en aan de andere kant de graslanden van het park.

De derde en laatste dag in Grand Teton hebben we twee korte wandelingen gemaakt. Daarna hadden we het zo warm dat we graag even wilden afkoelen. Gelukkig kwamen we er achter dat wij bij een nabij gelegen hotel gratis konden zwemmen omdat we op de camping verbleven. De middag hebben wij dus heerlijk doorgebracht in het zwembad. ’s Avonds zijn we nog naar een ranger programma geweest. Ditmaal was het onderwerp “vuur in de nationale parken”. Bosbranden komen veel voor, en hoewel dit misschien slecht klinkt, is dit niet zo! De branden helpen de bossen gezond te houden en nieuwe planten de kans te geven om te groeien. Vandaar ook dat de brandweer bij (natuurlijke) bosbranden niet ingrijpt, maar het vuur zijn gang laat gaan. Het hoogtepunt van het programma was echter een rode vos, die spontaan langs kwam lopen (alle programma’s zijn in de open lucht) en op zijn gemakje mee ging luisteren.

De volgende dag was het alweer tijd om verder te trekken. Ditmaal was de bestemming één van de beroemdste nationale parken van Amerika: Yellowstone National Park! Dit park staat vooral bekend om zijn vulkanische activiteit, geisers, en bisons. De eerste dag zijn we kort gestopt bij een waterval, en zijn we ’s middags naar Old Faithful gereden, een geiser die ongeveer iedere 70 minuten uitbarst en water tussen de 30 en 60 meter hoog kan schieten. Gelukkig waren we ruim op tijd, want de parkeerplaats stond bijna helemaal vol. Omdat het park zo bekend is, is het natuurlijk ook een stuk drukker… Na de uitbarsting zijn we nog wat rond gaan lopen in de omgeving, waar nog veel meer geisers en hot springs (een kleurrijke poel met water tot wel meer dan 100 graden!) te zien waren. Op de terugweg hebben we Old Faithful nog een keer zien uitbarsten, en toen was het weer tijd om naar de camping te gaan.

De volgende dag was ons doel om bisons te zien. Dit kan over het algemeen in de twee valleien van het park. Wij waren dus vroeg opgestaan om naar één van deze valleien te rijden, Hayden Valley. Ons doel was al snel bereikt: in de vallei hebben we verschillende bisons gezien. Sommige lopen zelfs op de weg en houden hiermee het verkeer op. Eentje liep zelfs op nog geen twee meter afstand van onze auto langs! Daarna zijn we nog naar twee hot springs gereden, hoewel deze met modder gevuld waren. Op de parkeerplaats zijn we nog een bison tegen gekomen, die op zijn gemakje de parkeerplaats over stak! Even waren wij bang dat hij ons busje ging aanvallen, maar gelukkig liep hij er net langs af. ’s Avonds hebben we het avondprogramma bezocht, wat verder niet al te spannend was. De locatie was wel heel mooi: vanaf de bankjes keek je over Lake Yellowstone uit, een meer dat zo groot is dat je de oevers aan de overkant niet ziet. Na onze wildsafari was het weer tijd om wat geisers en hot springs te bekijken. Een van de bekendste hiervan is de Morning Glory Pool, een poel die eerst een mooie blauwe kleur had, maar door vervuiling (van toeristen) tegenwoordig groen is. Nog bekender is de Grand Prismatic Spring. Waar de meeste poelen een paar meter groot zijn, is deze minstens tien keer groter. Vanaf de paden kan je dan ook niet eens de hele poel zien, hiervoor zijn we later naar een uitkijkpunt gelopen dat iets hoger lag. Aan het einde van de dag wilden we terugrijden naar onze camping, maar kwamen we zowaar in de file te staan! Deze was veroorzaakt door een beer, die blijkbaar ergens langs de weg zat. Wij hebben er uiteindelijk niets van gezien, want iedereen wilde natuurlijk foto’s maken en tegen de tijd dat wij er waren was de beer al weg, en de park politie bezig de file op te lossen. Een file in een nationaal park klinkt misschien gek, maar zonder hulp van de politie hadden we waarschijnlijk uren stil gestaan. Nu hadden we ongeveer 45 minuten nodig voor een stuk van een paar honderd meter.

Ook de volgende dag stond nog in het teken van vulkanische activiteit. Deze keer waren we bij een ander gebied met geisers en hot springs. Vervolgens zijn we doorgereden naar nog een hoogtepunt van Yellowstone. Dit is de zogenaamde Grand Canyon of the Yellowstone. Dit is een canyon waar een rivier met een waterval van meer dan 100 meter hoog doorheen loopt. Daarbij zijn de rotswanden van de canyon ook speciaal: de kleur van deze wanden varieerde van geel tot roze en rood. Op het begin waren we aan de zuidkant, waar we meerdere uitkijkpunten hebben bezocht. Daarna wilden we nog naar de noordelijke kant, maar hier stond opnieuw een enorme file waardoor we besloten om te draaien. Wel zijn we de volgende ochtend nog naar de noordelijke kant geweest, maar ditmaal met zonsopgang zodat het niet zo druk zou zijn. Uiteindelijk waren wij er samen met nog twee andere auto’s en hadden we alle plek die we wilden. Erg lang zijn we er niet geweest, want daarna wilden we nog naar Lamar Valley (waarbij we stiekem hoopten wolven te zien). Dit is helaas niet gelukt, maar we hebben wel hele kuddes bisons gezien, inclusief kalfjes. In Hayden Valley hebben we alleen losse bisons gezien, dus de kuddes waren nog wel speciaal. Daarna zijn we naar onze laatste bestemming in het park gereden, de Mammoth Hot Springs. Deze waren weer totaal anders wat we tot dan toe hadden gezien. Het is moeilijk te omschrijven, maar de hot springs bestonden uit metershoge muren met terrassen van wit en geel. Als je de foto’s ziet zal het allemaal wat duidelijker worden! Omdat we zo vroeg vertrokken waren was het pas iets na 12 uur ’s middags toen we al deze dingen gezien hadden, en zijn we verder gereden naar de volgende camping. Hiermee kwam ook een einde aan ons bezoek aan Yellowstone, omdat deze camping buiten het park lag. ’s Middags hebben we nog lekker even gezwommen (de hele week hebben we zonnig weer gehad met een temperatuur rond de 30 graden) en daarmee zat de dag er op. Behalve ons bezoek aan Yellowstone zaten ook onze bezoeken aan vulkanen erop. Zoals je in het eerste verslag misschien al gemerkt had, hadden bijna al onze bestemmingen tot nu toe wel iets met vulkanen te maken. Vanaf dit punt was dit niet meer het geval, de rest van onze reis zal grotendeels in het teken staan van rivieren, watervallen, meren, gletsjers en bergen. Onze volgende bestemming (Glacier National Park) valt ook precies binnen deze omschrijving. Zoals de naam al zegt speelden / spelen gletsjers een belangrijke rol in het park. Aan de ene kant doordat gletsjers duizenden jaren geleden de vele valleien van het park hebben uitgesleten, en aan de andere kant omdat het park nog 26 gletsjers bevat. Helaas waren dit er dertig jaar geleden nog meer dan 100, en naar verwachting zullen geen van de gletsjers 2030 halen…

Dit park lag weer een stuk noordelijker (in de staat Montana bij de Canadese grens), waardoor we weer een lange rit voor de boeg hadden. De eerste dag na ons vertrek uit Yellowstone hebben we dan ook vooral in de auto gezeten. Wel hebben we nog onderweg twee tussenstops gemaakt. De eerste stop was bij een soort tuin met duizend Boeddhabeelden. Dit was best wel apart, aangezien de tuin in de middle of nowhere lag. Na hier kort even rondgelopen te hebben zijn we weer verder gereden. De tweede tussenstop was bij de National Bison Range. Oorspronkelijk hadden we dit gepland voor het geval dat we in Yellowstone geen bisons zouden zien, maar dat was dus wel gelukt. Vandaar dat we hier maar kort even rond hebben gereden en daarna naar onze camping zijn gereden. Onderweg kwamen we wel nog een coyote tegen, die we dus ook van ons lijstje konden afstrepen! Ondertussen blijft er niet veel meer over van ons lijstje van wild dat we wilden zien: alleen nog een eland, een grizzlybeer en heel stiekem een puma, lynx of wolf. De kans dat we één van de laatste drie zien is enorm klein: zelfs de meeste park rangers die al jaren in de parken werken hebben er nog nooit één gezien. Op de camping hebben we nog afgekoeld in het zwembad en een potje midgetgolf gespeeld omdat de camping deze toevallig één had. ’s Ochtends was het weer vroeg op staan en zouden we Glacier National Park binnen rijden.

Onze eerste twee dagen waren helaas geen groot succes. Niet dat het park enorm tegenviel, maar alles wat we wilden doen lukte net niet helemaal. De eerste dag hebben we twee korte wandelingen gedaan, die allebei leuk maar niet spectaculair waren. ’s Avonds wilden we naar een meer rijden waar je een mooi uitzicht op de bergen binnen het park hebt. Helaas was het laatste (onverharde) deel van de weg zo slecht, dat wij het niet aandurfden en maar omgedraaid zijn. Daarna wilden we nog naar het avondprogramma, maar deze werd weer afgelast vanwege onweer (wat reuze meeviel). De tweede dag wilden we onze auto een dagje rust gunnen, door de gratis shuttle van het park te nemen. Het idee was om deze te nemen naar de top van een bergpas om hier een stukje te wandelen, en vervolgens weer met de shuttle naar beneden te gaan. Helaas was ook de shuttle geen groot succes. Halverwege moest iedereen namelijk overstappen op kleinere shuttles vanwege de smalle en steile weg naar de bergpas. Dit was alleen niet goed geregeld: ieder half uur kwamen er maximaal 45 personen aan van beneden, en konden er maximaal 25 met de kleinere shuttles omhoog. Het mag duidelijk zijn dat dit voor enorme rijen zorgt… Bijna anderhalf uur later dan gepland waren we alsnog boven op de bergpas en konden we aan onze wandeling beginnen. Gelukkig was de wandeling het wachten meer dan waard: vanaf het pad had je een prachtig uitzicht over de omliggende bergen en aan het einde lag een meertje net onder een losstaande berg. Ook zijn we onderweg nog een berggeit met een baby tegengekomen, die Quinty erg schattig vond. De weg naar beneden was even succesvol als de weg naar boven: na opnieuw bijna anderhalf uur gewacht te hebben konden we eindelijk in de shuttle stappen die ons terugbracht naar de camping. Om het goed te maken hebben we onszelf nog wel getrakteerd op een heerlijk ijsje, wat toch nog een beetje compenseerde voor de pech tot dan toe.

Onze resterende dagen in Glacier National Park waren gelukkig stukken beter. Nadat we twee nachten aan de westkant van de bergketen hadden gekampeerd, zouden we nu naar de oostkant verhuizen. Dit betekende ook dat we ditmaal zelf met onze auto over de Going-to-the-Sun road ( zo heet de beroemde weg over de bergpas) moesten. Voordat we dit gingen doen hebben we eerst nog deelgenomen aan een wandeling die geleid werd door een park ranger. Het voordeel hiervan is dat je veel meer leert over het park en de omgeving. Na de wandeling was het toch echt tijd de bergen over te steken. Gelukkig hadden we de dag ervoor goed opgelet, dus dit was allemaal geen probleem. Wel rijd je op enkele stukken vlak langs de afgrond, die op sommige stukken meer dan 100 meter diep is. Dit vond Quinty wat minder, maar gelukkig was het allemaal goed gekomen. Aan de overkant van de berg zijn we nog even gestopt bij enkele uitkijkpunten vanwaar je de bergen goed kunt zien. Bij het laatste uitkijkpunt begon het een beetje te regenen. Achteraf bleek dit wel een beetje ons geluk te zijn. We waren namelijk net vertrokken toen we ineens vol op de rem moesten. Vlak voor ons stak een jonge grizzlybeer de weg over! Eenmaal aan de overkant van de weg begon hij door het gras te huppelen, waarschijnlijk omdat hij blij was met de regen. Dit zag er best grappig uit, en op dat moment is het lastig om te bedenken dat deze dieren ook levensgevaarlijk kunnen zijn. Verder was het ons deze keer wel gelukt om foto’s te maken (veilig vanuit de auto) waarop de beer enigszins herkenbaar is. Er staan nog wel wat bomen in de weg, maar het is in ieder geval duidelijk dat het een beer is. Op dat moment kon onze dag al niet meer stuk. Eenmaal op de camping hadden we onszelf nog een beetje verwend. De camping had namelijk “campsite service”. Wij hadden bij de receptie een heerlijke pizza besteld, die iets later netjes bij ons op de kampeerplek werd afgeleverd. Tot nu toe is dit de enige keer dat we niet hebben gekookt terwijl we aan het kamperen waren! Op zich eten we ook prima, dus zien we ook geen reden om veel geld uit te geven aan eten terwijl dit niet nodig is. Onze laatste dag in Glacier zijn we naar een ander deel van het park gegaan. Hier besloten we op het laatste moment aan een lange wandeling te beginnen, waarbij je op het laatst een spectaculair uitzicht had. Onderweg zagen we vanaf het pad in de verte nog een eland langs de oever van een meer lopen! Hoewel we behoorlijk hoog stonden, konden we dit alsnog goed zien. Ook mochten we eventjes de verrekijker van een andere wandelaar lenen, waardoor we de eland alsnog van dichtbij konden zien. Na de lange wandeling waren we beide moe en zijn we doorgereden naar onze volgende camping. Wel moesten we tussendoor nog een korte maar belangrijke tussenstop maken: de Canadese grens! Onze volgende bestemming was namelijk Waterton Lakes National Park, wat in de provincie Alberta ligt. De grensovergang verliep gelukkig zonder problemen: binnen vijf minuten konden we met een nieuwe stempel in ons paspoort weer onze weg vervolgen. Eenmaal aangekomen op onze volgende camping hebben we het rustig aangedaan. Verder dan het plannen van de daaropvolgende dag en een wandeling door het dorpje zijn we niet gekomen.

Bij aankomst viel ons wel al meteen één groot verschil op. In de Verenigde Staten richten de nationale parken zich vooral op de natuur. Behalve een bezoekerscentrum zul je meestal niet meer vinden dan een paar souvenirwinkeltjes en een lodge met restaurant. In Canada is een nationaal park meer een toeristische bestemming. Het dorpje Waterton bevat meerdere hotels en motels, restaurants, bars, een supermarkt, souvenirwinkels en mensen die er het hele jaar door wonen. Aan de ene kant is dit wel jammer, want het voelt niet echt alsof je in de natuur bent. Tegelijkertijd is het natuurlijk wel makkelijk als je nog iets nodig hebt, of als je jezelf wil verwennen. Na onze eerste nacht in Canada hadden we het wel weer gezien en hebben we de boot terug naar de Verenigde Staten gepakt. Het meer in het park ligt namelijk zowel in de Verenigde Staten als Canada (het Amerikaanse deel hoort bij Glacier National Park), en met de boot kan je dus de grens over varen. Hiervoor moet je wel langs de grenscontrole, en hoewel deze niet zo streng is als normaal, moet je toch je paspoort bij hebben. De grens zelf is ook opmerkelijk: deze bestaat namelijk uit een strook van enkele meters breed waar ze alle bomen hebben weggehaald. Hierdoor is het in de bossen dus meteen duidelijk wanneer je de grens over gaat. Eenmaal aangekomen aan de Amerikaanse kant van het meer hebben we nog een wandeling met een park ranger gemaakt, wat opnieuw enorm interessant was. Langs het pad groeiden allerlei bessenstruiken, waarvan wij de eetbare bessen kregen om deze te proeven. Na de wandeling hebben we de boot weer teruggepakt en zat het actieve deel van onze dag erop. ’s Avonds hebben we onszelf na het eten nog getrakteerd op een Luikse wafel bij één van de restaurantjes en daarmee zat ons verblijf in Waterton erop.

De volgende dag stond ons weer een flinke rit te wachten. Deze keer zouden we naar Banff National Park rijden, wat vier uur ten noorden van Waterton ligt. Banff is het allereerste nationale park van Canada, en waarschijnlijk ook één van de drukste. Ook Banff National Park heeft een dorp (Banff), wat nog vele malen groter is dan Waterton. Behalve de standaard toeristische bedrijfjes heeft het dorp ook meerdere kappers, een paar kleine winkelcentra (inclusief een Hudson’s Bay), een middelbare school en iets wat lijkt op een hogere school. Vanwege de grote drukte was parkeren in het dorp een ramp, vandaar ook dat we snel maar naar onze camping gereden zijn. Deze lag wat verderop, maar gelukkig daarom ook een stuk rustiger. ’s Avonds hadden we onze eerste onweersbui (iets wat vaker in de bergen voorkomt). Gelukkig heeft het tot nu toe alleen geregend en geonweerd in de avond, maar zelfs dan merkten we dat dit alsnog gevolgen voor ons kon hebben. Voor onze eerste volle dag in Banff hadden we een druk programma. ’s Ochtends hebben we een kleine wandeling gemaakt en een grot bezocht. Deze grot is de aanleiding voor het feit dat Banff een nationaal park is, en heeft er dus voor gezorgd dat Canada nationale parken kreeg. Daarna wilden we allebei naar de kapper. Zoals altijd bij lange reizen is het af en toe nodig om naar de kapper te gaan. Gelukkig had Banff zeven kappers, dus keuze genoeg. Het bezoek zelf heeft wel even geduurd: pas 2,5 uur later stonden we buiten met een fris kapsel. Daarna hebben we nog een iets langere wandeling gemaakt naar de top van een berg net buiten het dorp. Halverwege onze wandeling merkten we echter dat er iets niet klopte: het uitzicht werd steeds minder, de zon kreeg een oranje gloed en we zagen af en toe as uit de lucht vallen. Onze conclusie was al gauw dat er dus iets in de buurt in brand stond, en dat het niet zomaar een klein brandje was. Achteraf bleek dat een bos in een naburig nationaal park (Kootenay National Park) in brand stond, vanwege een blikseminslag de dag ervoor. Eenmaal op de top van de berg zagen we dus vrijwel niets meer en zijn we maar weer naar beneden gelopen.

Behalve het verpesten van ons uitzicht had de bosbrand voor nog meer problemen gezorgd. De volgende dag wilden we namelijk een dagtrip maken naar, jawel, Kootenay National Park. De hoofdattractie van dit park zijn de hot springs, waar je lekker kunt zwemmen in een bad van 39 graden. Dit ging dus helaas niet door, omdat de weg door het park afgesloten was, hoewel de brand inmiddels wel al onder controle was. In plaats daarvan hebben we ’s ochtends wat gewandeld in de buurt van onze camping, en zijn we ’s middags gaan zwemmen. De hoofdreden hiervoor was dat we daarna konden douchen, want op onze camping hadden we geen douches. Na het zwemmen hebben we nog een ijsje gegeten in het dorp en hebben we wat souvenirwinkeltjes bekeken. Na ook niet al te succesvolle dagen zijn we vandaag (3 augustus) verder gereden naar onze volgende bestemming binnen het park: Lake Louise. Hier gaan we de komende dagen wat meertjes bekijken en wat wandelen, voor we weer verder trekken naar Yoho National Park. Voordat we naar de camping zijn gereden hebben we wel nog wat gewandeld. Onderweg hebben we een korte, maar hele mooie wandeling gemaakt door Johnston Canyon, waar we onder andere een paar watervallen hebben gezien.

Daarmee eindigt dit verslag weer! We hebben opnieuw ons best moeten doen om het een beetje kort te houden, want er is nog zoveel meer te vertellen. Opnieuw is het even afwachten of we de foto’s erbij kunnen uploaden, maar dat merk je vanzelf wel. Ook weten we niet of er nog een verslag komt terwijl we nog op reis zijn of dat dit pas komt als we weer thuis zijn. Dit ligt eraan hoeveel tijd we hebben natuurlijk. We hebben nu in ieder geval nog twee weken in Canada voordat we weer de grens over gaan, en daarna nog iets meer dan een week in de Verenigde Staten voordat we weer naar huis vliegen. We zijn dus al over de helft en de tijd vliegt voorbij! Voor de komende weken hebben we ook nog wat leuke activiteiten gepland, maar hierover hoor je meer in het volgende verslag.


  • 07 Augustus 2018 - 17:02

    Sjaan Looijmans.:

    Hoi Kenneth en Quinty.

    Jullie hebben zeker al een paar schoenen versleten zegt Opa.
    Wij vinden het geweldig wat jullie doen en zien jullie veel mooie dingen.

    Geniet van alles en lieve groetjes van

    Opa en Oma.

  • 18 Augustus 2018 - 17:08

    Oma Venmans:

    Hallo Kenneth en Qinty
    Wat heb je weer een geweldig verslag gescgreven,ik heb
    er van genoten.Jullie hebben veel gezien en veel
    gewandeld!!
    Tot gauw ziens in Geldrop en nog fijne dagen in de States
    Liefs van Oma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Canada, Jasper Park Lodge

Actief sinds 06 Juli 2014
Verslag gelezen: 501
Totaal aantal bezoekers 10539

Voorgaande reizen:

02 Juli 2014 - 18 December 2014

Uitwisseling NZ

Landen bezocht: