Melbourne, Sydney, Dubai en thuis!
Door: Kenneth
24 December 2014 | Verenigde Arabische Emiraten, Dubai
Mijn vorige verslag eindigde op dinsdagochtend, nadat ik de avond daarvoor in het warme Melbourne was aangekomen. Mijn tijd in Melbourne is daadwerkelijk voorbijgevlogen. Ik was vaak de hele dag op pad en erg veel slaap heb ik tussendoor ook niet gehad. Dinsdagochtend had ik met een andere uitwisselingsstudent uit Denemarken afgesproken om de stad te verkennen. Hij was al enkele dagen in Melbourne en wist daarom enigszins wat er te beleven viel. Het grootste deel van de ochtend en middag hebben we dan ook in het zonnetje doorgebracht. Zo hebben we de vele parken, gebouwen en straatjes met graffiti in Melbourne bekeken. Verder zijn we naar St. Kilda Beach gelopen, het bekendste strand van de stad. Eerlijk gezegd vond ik het nogal tegenvallen, erg schoon was het namelijk niet. Aan het eind van de middag zijn we beide weer onze eigen weg gegaan. Ik had snel nog even twee tours geboekt en ben daarna naar mijn hostel teruggekeerd.
De volgende dag zou mijn eerste tour alweer erg vroeg vertrekken, dus erg veel slaap kreeg ik die nacht niet. Mijn eerste tour was een tour naar de Great Ocean Road, die op ongeveer anderhalf uur rijden van Melbourne ligt. De weg staat voornamelijk bekend om de steile kliffen, waardoor het dus lijkt alsof het continent op een bepaald punt gewoon ophoudt. Verder zijn ook de twaalf apostelen, grote rotsformaties in de zee, erg populair. Zowel deze tour als die van de dag daarop zijn dan ook erg toeristische uitstapjes. Dagelijks gaan er tientallen bussen op ongeveer hetzelfde moment in de richting van de Great Ocean Road. Onderweg werd er af en toe gestopt om wat dingen te bekijken en kregen we uitleg over de omgeving. Zo zijn we nog even in een historisch plaatsje gestopt (al weet ik niet meer waarom), hebben we koala’s en papegaaien gezien en zijn we op wat stranden gestopt. Helaas was het weer die dag waardeloos, het regende namelijk voor het grootste deel van de dag. Verder zaten er een jongen uit Londen en Dubai bij mij in de bus, waar ik de hele dag mee opgetrokken heb. Eenmaal terug in Melbourne werd duidelijk dat het weer hier nog slechter was als op de Great Ocean Road. Behalve dat het een stuk harder regende, stond er ook een sterke wind en was er regelmatig donder en bliksem.
Op donderdag stond mijn tweede tour gepland. Deze keer zou ik naar Phillip Island gaan. Volgens de mensen die ik tot dan toe ontmoet had, was deze niet heel erg interessant. Ik vond de tour inderdaad minder interessant als de eerste, maar heb mij toch prima vermaakt. Net als de dag er voor waren er onderweg allerlei verschillende stops. Zo zijn we even op een strand gestopt en hebben we een wildlife park bezocht. Hier hadden ze allerlei Australische dieren, zoals kangoeroes, koala’s, wallaby’s, emoes, dingo’s en wombats. Koala’s en kangoeroes had ik de dag er voor al gezien, alleen niet van dichtbij. De dingo’s zien er overigens (als puppy’s), net uit als gewone honden. Het enige verschil is dat je ze waarschijnlijk liever niet in huis hebt als ze opgroeien. Verder was het weer een stuk beter en scheen de zon het grootste deel van de avond. Tegen zonsondergang werden we naar de ‘hoofdattractie’ van de tour gereden. Op Phillip Island leeft namelijk een grote kolonie blauwe pinguïns. Deze komen elke avond na zonsondergang uit de zee om hun jongen te voeren, die landinwaarts in holen zitten te wachten. Dit is ongeveer de meeste toeristische activiteit die ik tot nu toe heb gedaan. Het strand waar ze uit het water komen is namelijk compleet met tribunes en VIP plaatsen in het zand. Behalve dat het koud was, was het toch erg leuk om te zien. De pinguïns komen in groepen van 8-10 tegelijk uit het water en beginnen dan langzaam landinwaarts te waggelen. Soms duurt dit echter even, omdat ze terug de zee in duiken of omvergekegeld worden door een golf. Onderweg moeten ze ook nog andere kuikens ontwijken, die bij elke volwassene om een maaltje schooien. Daarna was het weer tijd terug naar Melbourne te rijden en was ik rond middernacht weer terug in mijn hostel.
Vanaf vrijdag zou ik voor drie dagen naar de Grampians vertrekken. Dit is een nationaal park op ongeveer 3 uur rijden van Melbourne. Ik heb ondertussen toch wel gemerkt dat ik liever de buitenlucht heb dan een grote stad. Het enige probleem was dat het vrij moeilijk is om in de Grampians te komen. Uiteindelijk had ik geregeld dat ik vrijdag met een tour mee zou gaan, waarnaar ze mij voordat ze weer terugreden zouden afgooien bij mijn hostel om mij twee dagen later weer mee terug naar Melbourne te nemen. Net als de vorige dagen betekende dit dus vroeg opstaan en een actieve dag. Tijdens de tour zijn we naar verschillende uitkijkpunten in de Grampians gegaan en hebben we wat korte wandelingen gemaakt. Verder zijn we nog naar kangoeroes gaan kijken in het plaatsje Halls Gap, waar ik ook zou verblijven. ’s Avonds wordt Halls Gap overspoelt door kangoeroes, die zich voornamelijk te goed doen aan het gras in de omgeving. Het is dan ook niet vreemd om ze midden op de weg of in je tuin tegen te komen. Een beetje als konijnen in Nederland dus, maar dan wat interessanter. Verder worden de vogels die je in een gemiddeld Nederlands dorp tegenkomt in Halls Gap vervangen door kaketoes. Deze zijn toch wat mooier om te zien, hoewel ze wel verschrikkelijk kunnen krijsen.
Op zaterdag heb ik een grote wandeling gemaakt. Uiteindelijk ben ik bijna zes uur onder weg geweest en heb ik meer dan 20 kilometer afgelegd. De wandeling liep over één van de bergruggen die langs Halls Gap lopen. Onderweg waren er verschillende uitkijkpunten, een meer en de “Grand Canyon”. Erg groot was hij niet, maar toch wel erg leuk om te zien. Het weer was een beetje wisselvallig, wat ik eerlijk gezegd niet eens zo erg vond. De bewolking zorgde er namelijk voor dat het niet te warm werd om te wandelen. Aan de andere kant is het uitzicht natuurlijk stukken beter als je een heldere dag hebt, maar beide kan natuurlijk niet. Eenmaal terug heb ik niet veel meer gedaan, behalve dat ik weer even met Geldrop gebeld heb. Omdat Halls Gap erg klein is, valt er verder ook niet veel te beleven. In mijn hostel was het ook erg rustig, er waren namelijk maar zo’n 20 gasten.
Zondag was mijn laatste dag in zowel de Grampians als Melbourne. Aan het einde van de middag zou ik weer terug naar Melbourne gebracht worden en maandagochtend zou ik op het vliegtuig naar Sydney stappen. Toch had ik nog wel plannen voor de zondagochtend: ik zou gaan abseilen en rotsklimmen. De Grampians schijnt hier een goede plaats voor te zijn en het leek mij leuk om weer eens iets nieuws te proberen. Zaterdag had ik al enkele mensen aan het werk gezien, dus ik wist ongeveer wel wat mij te wachten stond. Toch was het nog behoorlijk spannend. Met een kleine groep (4 personen, waaronder 1 instructeur) zijn we begonnen met twee keer abseilen van een rotswand van ongeveer 15-20 meter. Dit was op zich niet zo heel moeilijk, hoewel je van achteroverleunen en op een stuk touw vertrouwen toch wel even nerveus wordt. Vervolgens had de instructeur drie verschillende klimmen uitgezet tussen de 15 en 27 meter. Voor het klimmen heb je ook nog speciale schoenen, die absoluut niet comfortabel zijn. Je moet je maar indenken dat je al je tenen over je middelste teen probeert te buigen. Zodra je klaar bent met klimmen trek je ze dan ook zo snel mogelijk uit. Uiteindelijk is het mij gelukt alle drie de klimmen te voltooien, hoewel het vaak niet eenvoudig was.
Na ongeveer 6 uur was ik weer terug in mijn hostel en moest ik wachten totdat de bus mij op kwam halen. Deze heeft mij weer terug naar mijn hostel gebracht. Verder was het die avond vooral een kwestie van inpakken, omdat ik de volgende dag dus naar Sydney zou vliegen. Gelukkig was mijn vlucht ditmaal in de ochtend, waardoor ik dus niet net als in Christchurch mij uren zat te vervelen. Behalve een half uur vertraging was het verder een soepel vluchtje en al gauw zat ik in mijn hostel in Sydney. Omdat het al wat later op de middag was heb ik alleen nog een korte wandeling gemaakt, onder andere om het Sydney Opera House te zien. Van dichtbij vind ik het gebouw er overigens een beetje vreemd uit zien: van de zijkant lijkt het meer op de hoed van een nar zoals je ze ook wel eens bij carnaval ziet.
Op dinsdag ben ik naar Bondi Beach gegaan, één van de bekendste stranden van Sydney. Vanaf hier loopt een wandeling naar Coogee Beach die mooi scheen te zijn en dat was dus mijn plan voor de hele dag. Omdat ik toch genoeg tijd had besloot ik van mijn hostel naar Bondi Beach te lopen en terug van Coogee Beach. Uiteindelijk heb ik dan ook ruim 20 kilometer afgelegd en ben ik de hele dag onderweg geweest. De wandeling zelf was ook best mooi. Hij liep voornamelijk langs kliffen en regelmatig waren er kleinere strandjes tussenin. Het weer werkte alleen niet mee, dit zou de komende dagen nog wel vaker het geval zijn.
Woensdag ben ik op aanraden van een jongen die ik in Melbourne had ontmoet naar een dierentuin gegaan. Dit is de grootste dierentuin van Sydney en ligt aan de overkant van de haven vanaf waar ik verbleef. Gelukkig is het erg eenvoudig om een veerboot naar de overkant te pakken, deze gaan ongeveer elk half uur in bijna alle richtingen. Ik heb mij prima vermaakt in de dierentuin, die behalve de standaard dieren vooral ook veel Australische dieren had. Behalve de kangoeroes en koala’s die ik natuurlijk al gezien had, waren er ook veel reptielen, slangen en nachtdieren die je normaal niet tegenkomt. Uiteindelijk heb ik dan ook de hele middag in de dierentuin doorgebracht om vervolgens weer terug naar mijn hostel te gaan.
Donderdag was het weer nogal stormachtig, waardoor ik niet echt iets kon doen. In tegenstelling tot wat ik hoopte (en ook wel een beetje verwachtte), schijnt het weer in Sydney namelijk niet altijd even goed te zijn. Die dag heb ik het dan vooral rustig aangedaan. Ik heb dan ook maar een beetje door de winkelstraten gelopen en heb het daarbij gelaten. Vrijdag was het iets beter en heb ik een gratis city tour gedaan. Enkele plaatsen had ik al gezien, hoewel er ook meer dan genoeg waren die ik nog niet had gezien. Verder kwam ik er op deze manier achter dat er een soort avondmarkt in The Rocks werd gehouden. The Rocks is het gebied waar vroeger alle criminelen woonden. Tegenwoordig zijn er verschillende dingen te doen en is het een populaire bestemming geworden. ’s Avonds ben ik hier dan ook heen gelopen om een kijkje te nemen. Behalve eten en drinken kon je ook naar verschillende optredens kijken. Zo was er een slangenmens en nog wat andere dingen. Na een paar uur had ik het weer gezien en ben ik naar mijn hostel gelopen om te gaan inpakken.
Zaterdag zou ik namelijk uitchecken om naar de Blue Mountains te reizen. Dit is een natuurpark op zo’n 2 uur van Sydney. Na het uitchecken ben ik in de trein gestapt en richting Katoomba vertrokken, waar ik de komende dagen zou overnachten. Met het openbaar vervoer is hier overigens niets mis: het is allemaal vrij goed georganiseerd. Verder had ik ook geen last van blaadjes op de rails of wisselstoringen, dus dat scheelde ook weer. Nadat ik boodschappen had gedaan, heb ik nog een wandeling van ongeveer 2 uur gemaakt. De Blue Mountains is een erg mooi gebied, met vooral een hele hoop eucalyptusbomen. Deze zorgen er voor dat het gebied vanuit de verte gezien een blauwe tint heeft, waar de naam Blue Mountains vandaan komt. Verder zijn er wat kleine bergen en kliffen.
Zondag wilde ik een wat langere wandeling gaan maken. Helaas was ik de donderdag daarvoor een beetje ziek geworden, waardoor ik het niet verstandig vond om 7 uur alleen te gaan wandelen. Zeker niet omdat het voor het eerst echt goed weer was, waardoor het in de felle zon behoorlijk warm was. Uiteindelijk heb ik een iets kortere wandeling gemaakt, die voornamelijk door de bossen liep. Hier was het lekker koel waardoor het niet al te lastig was. Het enige probleem van de Blue Mountains is dat de dorpen op een berg liggen en de wandelingen in een vallei. Dit betekent dus dat je aan het einde van de wandeling nog een flink stuk moet klimmen om terug te komen.
Maandag was het alweer tijd om terug naar Sydney te gaan. Voordat ik de trein heb gepakt heb ik wel nog een kleine wandeling gemaakt, ditmaal in het noorden van Katoomba. Helaas had ik de afstand een beetje onderschat, waardoor ik er langer over heb gedaan om van en naar de start van de wandeling te lopen, dan over de wandeling zelf. De wandeling zelf was wel erg mooi, en vervolgens ben ik weer terug naar Sydney gegaan. Eenmaal aangekomen was er van alles aan de hand, aangezien die dag de gijzeling in het chocolade café gebeurde. Hierdoor was een deel van het stadscentrum (rond het plein van de gijzeling) en het opera huis afgesloten voor publiek. Het opera huis wordt blijkbaar altijd afgesloten als er iets van een terroristische dreiging is, omdat het zo belangrijk voor de stad is.
Aan het eind van de middag had ik nog met dezelfde jongen uit Denemarken, die ik ook in Melbourne had ontmoet, afgesproken om elkaar te ontmoeten. Helaas hadden we, voordat we het nieuws hoorden, bij het opera huis afgesproken. Dit schoot dus niet echt op, maar uiteindelijk hebben we elkaar kunnen vinden. Dit was op zich nog een hele prestatie, aangezien we beide geen berichtjes konden sturen of ontvangen. ’s Avonds hebben we nog een toer door The Rocks gemaakt en wat gegeten. Verder hebben we kort even staan te kijken bij de gijzeling, al werd het publiek op grote afstand gehouden. Er viel dan ook totaal niets te zien: ik wist niet eens of ik naar links of rechts moest kijken.
Dinsdag ben ik met de veerboot naar Manly gegaan. Dit is een buitenwijk van Sydney die het verste richting de zee ligt. Hier heb ik zoals gewoonlijk een beetje gewandeld en rondgekeken. Onderweg ben ik nog een bearded dragon tegen gekomen. Dit is een reptiel die lijkt op een grote salamander, alleen dan met schubben waardoor die wel wat weg heeft van een draak zoals je ze op tv ziet. Deze was (gok ik) iets langer als 30 centimeter en verder zijn ze totaal niet gevaarlijk. Wel was het uiteindelijk het meest interessante dier in Australië die ik in het wild ben tegengekomen.
Woensdag was mijn laatste dag waarin ik echt tijd had om iets te doen in Sydney. Deze dag heb ik vooral doorgebracht aan de overkant van de Sydney Harbour Bridge. Hier hebben ze een park met wat kermisattracties waar je kon rondkijken en verder heb ik wat rondgewandeld. Daarna ben ik weer terug naar mijn hostel gegaan om mij klaar te maken voor vertrek en zo zat mijn verblijf in Sydney er ook weer op. Donderdag heb ik eerst een tijdje in mijn hostel doorgebracht voordat ik met de bus werd opgehaald om naar het vliegveld te gaan. De vlucht verliep vrij soepel. Natuurlijk is een vlucht van 15 uur nooit echt iets om naar uit te kijken, maar achteraf viel het best wel mee. Ik ben om 1 uur ’s nachts op vrijdag aangekomen in Dubai. Hier heb ik een taxi genomen naar mijn verblijf, wat nog best wel even duurde. Die dag heb ik dan ook niet al te veel slaap gehad, aangezien ik er wel weer vroeg uit wilde om de stad te verkennen.
Tijdens mijn eerste dag in Dubai (vrijdag) heb ik eerst de omgeving van mijn verblijf wat verkend. Ik verbleef in een appartement in Jumeirah Beach, één van de weinige openbare stranden van Dubai. De rest van de kustlijn is allemaal privéstrand van de hotels en appartementen. Verder is Jumeirah Beach een vrij dure wijk. Behalve het stadscentrum en de palmeilanden is het een van de weinige gebieden waar tientallen torenhoge gebouwen staan. Ik had mijn verblijf geboekt via Airbnb. Dit is een website waarop je mensen kamers, gedeelde appartementen of vakantiehuizen kunnen verhuren. Over het algemeen is het wat goedkoper dan een hotel en omdat je bij de ‘locals’ zit, kom je vaak veel meer te weten van je bestemming dan in een hotel. Ons huisje op de Cook Eilanden hadden we ook op deze manier gevonden. Ditmaal had ik een appartement dat min of meer in een hostel was veranderd. Dit betekende dus dat ik het appartement met 7 andere vakantiegangers moest delen. Dit was dan ook de enige manier om een beetje betaalbaar in Dubai te verblijven, hostels hebben ze er namelijk niet. Verder was er nog steeds genoeg ruimte, omdat het appartement vrij groot was.
Tijdens mijn wandeling door Jumeirah Beach merkte ik meteen al hoe ongelooflijk veel geld ze in Dubai hebben. Zo hebben ze verschillende meren bij de torens aangelegd, inclusief een jachthaven die met de zee verbonden is. Ik moet wel toegeven dat het er allemaal erg mooi uitzag, zolang je in staat was de torens in aanbouw te negeren. In heel Dubai wordt namelijk nog steeds constant gebouwd. Geluidsoverlast was er gelukkig niet, maar het maakt de omgeving er niet mooier op. Ik geloof dat de Sheik heeft gezegd dat alle huidige bouwwerken in 2020 af moeten zijn.
’s Middags heb ik de metro naar het oudere deel van Dubai genomen. Dit is een klein wijkje dat goed bewaard is gebleven uit de tijd voordat ze olie vonden. De metro werkt trouwens erg goed. Alles is geautomatiseerd en minstens elke 10 minuten komt er een trein. Om het historische deel van Dubai te vinden moest ik wel eerst door één van de armere wijken van Dubai. Hier wonen voornamelijk immigranten uit bijvoorbeeld India en Pakistan die in de bouw werken. De lokale bevolking (met een paspoort van de Emiraten) vormen de rijke groep van de stad, samen met dokters, zakenmannen etc. uit het westen. Erg vreemd is dat overigens niet, als je hoort wat een Emiraat (?) ontvangt als hij trouwt. Behalve vijfentwintig duizend dollar, krijgt de man ook een gratis auto en huis. Dit geldt wel alleen voor een man met de lokale nationaliteit. Verder zijn er nog allerlei regels waarvan alleen de lokale bevolking voordeel heeft, maar daar zal ik verder niet op in gaan.
De historische wijk was erg interessant om te zien. Het bestond voornamelijk uit allerlei kleine gebouwtjes en kleine steegjes waar je vooral goed in kon verdwalen. Verder ben ik nog even naar de Creek geweest, de enige ‘rivier’ die niet handmatig is aangelegd. Hier kan je voor 1 euro met een bootje naar de overkant en terug. Tegen het einde van de middag ben ik weer met de metro terug naar mijn verblijf gegaan. Het was nog wel even schrikken toen de zon iets na 5 uur onder ging. Ik was gewend dat het pas rond een uur of 9 donker werd. Verder voelt het in Dubai totaal niet als winter, aangezien het overdag nog steeds rond de 25-30 graden is.
Zaterdag ben ik begonnen met een duik in de zee. Rond 11 uur was het al warm genoeg om lekker te zwemmen en ik had ’s ochtends verder geen plannen. Om 2 uur had ik afgesproken met een jongen die ik in Melbourne ontmoet had en die in Dubai woont. Hij zou mij het een en ander van het moderne deel van Dubai laten zien. Eerst zijn we naar twee winkelcentra gegaan. Deze zijn daadwerkelijk enorm en je kan er dan ook bijna alles vinden wat je zoekt. Waarschijnlijk is de hoek met etenstentjes al groter als een gemiddeld Nederlands winkelcentrum en dan heb je nog massa’s winkels in verschillende categorieën. Verder kan je in het eerste winkelcentrum waar ik geweest ben (Mall of the Emirates) ook skiën. Hier hebben ze namelijk het grootste indoor skicentrum van de wereld. Verder kan je er ook gewoon in de sneeuw spelen, sleeën of de pinguïns bekijken die er schijnbaar rondlopen.
Het tweede winkelcentrum (Dubai Mall) was zo mogelijk nog groter. Het is ongelooflijk hoe groot het is, al wil je waarschijnlijk ook niet weten hoeveel het gekost heeft. Op wat eten na heb ik in beide winkelcentra niets gekocht. Mijn koffer zat toch al vol genoeg. Toen we het in de Dubai Mall ook weer gezien hadden, zijn we naar buiten gegaan om de Burj Khalifa te bekijken. Dit is met 828 meter hoogte het hoogste gebouw ter wereld. Verder is er ’s avonds elk half uur een fonteinshow in de vijver voor de toren, waar ik even een kijkje wilde nemen. Uiteindelijk was ik halverwege de avond weer terug in Jumeirah Beach. Hier heb ik nog even staan kijken bij een of andere kerstshow en heb ik wat gegeten op de promenade. Keuze was er genoeg, aangezien er ergens tussen de 50 en 100 restaurants aan de promenade liggen. Het is er dan ook erg populair: zowel overdag als ’s avonds is het er behoorlijk druk.
Zondag was mijn laatste dag, omdat ik maandagochtend vroeg richting Düsseldorf zou vertrekken. ’s Middags zou ik een woestijnsafari doen, die tot in de avond zou duren. ’s Ochtends was het dus vooral een kwestie van inpakken. Rond 3 uur werd ik opgehaald in de buurt van mijn verblijf en werd ik samen met vijf anderen richting de woestijn gereden. Hier hebben we eerst een half uur met de auto door de woestijn gestuiterd. Daarna zijn we gestopt om de zonsondergang te bekijken en werden we doorgereden naar het kamp waar we eten en drinken zouden krijgen. De toer was trouwens wel een behoorlijk toeristische bedoeling. Zover ik kon zien waren er minstens 100 SUVs met daarin 5 passagiers in de woestijn en het zou mij niets verbazen als het er meer waren. In het kamp kregen we wat snacks en drinken en waren allerlei kleine activiteiten te doen. Zo kon je de traditionele kleding van de Emiraten aan trekken, wat souvenirs kopen en nog een paar andere dingen. Daarna was er een optreden van een man die zich in een levende tol kon veranderen. Wat wel erg knap was, was dat hij ondertussen allerlei dingen kon balanceren en dus was het erg mooi om te zien. Daarna kregen we het hoofdgerecht, wat uit echt Arabisch eten bestond. Ik vond het, op de bruine bonen na, allemaal prima smaken. De avond werd afgesloten met een optreden van een buikdanseres. Dit kon natuurlijk niet ontbreken bij een Arabische avond. Daarna werden we weer teruggebracht en ben ik meteen mijn bed ingedoken.
Nog geen vijf uur later moest ik weer op staan. Omdat het midden in de nacht was, was ik bang dat het vinden van een taxi nog wat problemen zou kunnen opleveren. Achteraf viel dit enorm mee. Ik was nog geen vijf seconden buiten toen er een taxi stopte en vroeg of ik een lift nodig had. Hierdoor was ik wel te vroeg op het vliegveld, maar dat maakte niet uit. Op het vliegveld is namelijk genoeg te zien, en natuurlijk moest er wat duty free meegenomen worden. De vlucht verliep ook probleemloos, behalve dat ik een vertraging van ongeveer 20 minuten had. Op Düsseldorf moest ik nog een half uur op mijn koffer wachten voordat ik weer voor het eerst sinds 5,5 maand papa, mama en Steven in het echt zag.
Tot zover dus mijn grote avontuur. Nu ik echt terug ben, ben ik toch wel weer blij thuis te zijn. Verder kan ik gerust zeggen dat ik kan terugkijken op een geweldige ervaring. Ik heb het de afgelopen maanden enorm naar mijn zin gehad. Behalve het studeren heb ik ook veel lol gehad, nieuwe dingen gedaan, geweldige mensen ontmoet en ook buiten de studie veel geleerd. Mocht ik de kans krijgen dan zou ik het zeker opnieuw doen.
-
24 December 2014 - 14:27
Opa En Oma.:
Hoi Kenneth, je hebt inderdaad veel gezien en beleeft, dat nemen ze je niet meer af.
Maar wij zijn toch blij dat je weer thuis bent.
Liefs Opa en Oma.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley