Amerika & Canada - De laatste weken - Reisverslag uit Geldrop, Nederland van Kennethinnz - WaarBenJij.nu Amerika & Canada - De laatste weken - Reisverslag uit Geldrop, Nederland van Kennethinnz - WaarBenJij.nu

Amerika & Canada - De laatste weken

Door: Kenneth & Quinty

Blijf op de hoogte en volg

29 Augustus 2018 | Nederland, Geldrop

En we zijn weer thuis! Na 8 weken onderweg te zijn geweest is het nu weer heerlijk om thuis te zijn. Helaas is het tussendoor niet gelukt om nog een blog te schrijven en te uploaden, dus vandaar hierbij de laatste weken allemaal bij elkaar! Voordat we beginnen trouwens nog één opmerking: misschien heb je gemerkt dat er geen foto's bij de tweede blog stonden. Dit kwam niet doordat we ze niet konden uploaden, maar omdat ik ze per ongelijk bij de verkeerde blog heb geüpload... Als je de foto's dus wilt zien moet je de foto's van de eerste blog opnieuw bekijken, op een gegeven moment kom je de andere foto's ook tegen.

Onze eerste dag in Lake Louise hebben we vooral besteed in de auto, omdat we verder niet veel konden doen. De twee grootste toeristische attracties in de buurt (Lake Louise en Moraine Lake) hebben namelijk een enorm parkeerprobleem. We hebben het de 3e wel geprobeerd, maar 's middags was er bij beide meren geen doorkomen aan. Vandaar dat we besloten om het de volgende ochtend opnieuw te proberen, maar dan wat eerder. De volgende ochtend stonden we dus mooi rond een uur of zeven op de parkeerplaats van Lake Louise, waar toen nog plek genoeg was. Vanuit het meer zijn we begonnen aan één van de langste wandelingen van onze reis. Deze wandeling liep langs het meer naar boven richting de gletsjers die je bij het meer in de verte kunt zien. Gelukkig was de klim niet al te steil en na een paar uur stonden we bij het uitkijkpunt van waaruit we verschillende gletsjers konden zien. Terwijl we daar wat zaten te eten en rondkijken hoorde we ook nog een flink gekraak van één van de gletsjers, een heel apart geluid! Gelukkig bleef de gletsjer verder wel heel, al stonden wij ver weg van waar het anders neergekomen was. Iets daarvoor waren we langs een theehuis gelopen, waar we op de terugweg wat gedronken hebben. Net toen we weer naar beneden wilden werd het even spannend, want juist op dat moment kwam een mama grizzlybeer met twee kleintjes uit de bossen gelopen. Vervolgens liepen ze recht over de begane grond van het theehuis (iedereen was al naar boven geëvacueerd, wij stonden met een groep anderen iets verder op) en daarna namen ze hetzelfde pad als het pad waar alle wandelaars naar boven en naar beneden kwamen. Dit leverde dus een behoorlijk hectische situatie op! Gelukkig is alles goed afgelopen en is er verder niets gebeurd. Wel zijn we voor onze veiligheid samen met anderen naar beneden gelopen. In groepen ben je nu eenmaal wat veiliger en verder was het best gezellig. Uiteindelijk kwamen we dus moe beneden, maar wel met een goed verhaal. Daarna wilden we nog naar Moraine Lake gaan, maar dit leverde opnieuw wat problemen op. Van een park ranger hoorden we dat het tussen half zes 's ochtends en zeven uur 's avonds geen doorkomen aan is! Wij waren er iets naar zevenen en mochten (met wat smeken bij de park rangers) er eindelijk door! Eenmaal aangekomen waren we er al snel uit dat Moraine Lake veruit het mooiste meer was dat wij tot dan toe hadden gezien (en ook in de weken daarna). Dit komt vooral door de verschillende pieken die op de achtergrond te zien zijn. De foto bij het verslag zal velen bekend voor komen. Ongeveer dezelfde foto staat ook op de voorkant van mijn Lonely Planet (en waarschijnlijk ieder ander reisboek over de regio).

De volgende dag zat ons verblijf in Lake Louise erop en gingen we weer door. Hierbij moesten we een beetje uitwijken en hebben we in een plaatsje net buiten Yoho National Park gekampeerd. Om er te komen moesten we wel door het park heen rijden, en hebben we op verschillende punten gestopt. Als eerste zijn we gestopt bij Takakkaw Falls, met een hoogte van 384 meter één van de hoogste in Canada. Daarna zijn we naar Emerald Lake gereden, wat stiekem een beetje tegenviel. Hoewel het meer inderdaad een mooie smaragdgroene kleur had, denk ik dat wij verwend waren in de dagen ervoor met Lake Louise en Moraine Lake. Wel hebben we in de buurt nog wat gewandeld voordat we naar de laatste bestemming in het park zijn gereden. Dit waren de Wapta Falls, die weer op een andere manier speciaal zijn. Hoewel ze maar 30 meter hoog zijn, zijn ze wel 150 meter breed! Na de wandeling bij deze watervallen zijn we verder gereden naar Golden, waar we dus zouden kamperen.

Voor onze tweede dag in Golden hadden we maar één activiteit gepland, maar wel een hele leuke: we gingen paragliden! Dit was voor ons allebei iets nieuws en daarnaast ook iets wat ik een tijdje graag wilde doen. Daarom kwam het ook goed dat het landingsveld op onze camping lag. Na een korte rit de berg op stonden we boven klaar om te springen. Quinty ging als eerste met haar piloot, en ondanks de hoogtevrees hing ze nog geen minuut later in de lucht. Daarna kon ik mij met mijn piloot klaar maken en ook de berg afrennen. Vanuit de lucht had je een schitterend uitzicht op de omgeving en de vallei waarin wij waren. Omdat Quinty wat extra steeg en haar piloot op ons wachtten, hebben we het grootste deel van de vlucht dicht bij elkaar gevlogen. Onderweg heb ik zelf ook nog even mogen sturen, en zijn we zelfs over ons busje gevlogen! Onze landingen gingen zonder problemen, en na ongeveer een half uur vliegen stonden we weer veilig beneden. Nadat we de foto's en videos van onze piloten hadden gekregen zat het avontuur erop en zijn we terug naar ons busje gelopen. 's Middags hebben we alleen nog even de tweede blog online gezet en dat was het wel voor de rest van de dag.

Onze laatste dag hadden we gereserveerd voor Kootenay National Park. Zoals we in de vorige blog al verteld hadden, konden we door bosbranden in het park hier niet eerder heen. Gelukkig konden we nu wel via de andere ingang het park in komen. Hier hebben we eerst kort wat dingen bekeken, hoewel er te veel rook hing om echt iets te zien. Vanaf één uitkijkpunt hebben we zelfs in de verte rookpluimen van wat kleine bosbrandjes gezien. Daarna zijn we naar de hot springs in het park gereden, waar we de rest van de middag hebben gezwommen in het koude en warme zwembad.

Na Golden zouden we voor de laatste keer iets verder naar het noorden trekken. De eerste dag hebben we volledig doorgebracht op de Icefields Parkway, de weg tussen Banff National Park en Jasper National Park, onze volgende bestemming. Deze weg zit vol met allerlei uitkijkpunten en wandelingen die je onderweg kan doen, Wij zijn eerst gestopt bij enkele meren, en daarna hebben we twee korte wandelingen gedaan. De eerste gaf een mooi uitzicht op de Athabasca Glacier. In Canada hebben ze een leuk systeem bedacht voor hun uitkijkpunten. Op de mooiste (redelijk toegankelijke) uitkijkpunten hebben ze namelijk overal een paar rode stoelen neergezet. Hier kan je dus in gaan zitten en van het uitzicht genieten. Ondanks dat het niet speciaal is, heeft het wel altijd iets om de stoeltjes te zien. De tweede liep naar de voet van de Athabasca gletsjer dat gevoed wordt door de Columbia Icefield, een sneeuwveld dat bijna vier keer groter is dan de gemeente Eindhoven! Na de wandelingen hebben we nog enkele watervallen bezocht en tegen het eind van de middag waren we op onze camping in Jasper. Op onze eerste dag in dit park hebben we 's ochtends gewandeld, waarbij we opnieuw de rode stoeltjes tegenkwamen. 's Middags was het hoog tijd om nog een keer te wassen. Na een lunch in het dorpje was het 's middags hoog tijd om nog een keer de was te doen. Tegen de tijd dat we hier klaar mee waren zat onze eerste dag in Jasper er weer op.

De tweede dag was een stuk drukker. 's Ochtends zijn we naar Maligne Canyon en Maligne Lake gereden, waar we het grootste deel van de dag hebben doorgebracht. Bij Maligne Lake zijn we nog naar Moose Lake gereden, waar we zowaar nog een moose tegenkwamen. 's Avonds hadden we nog een activiteit gepland. Ditmaal zouden we 's nachts gaan sterrenkijken in de buurt van Jasper. Het weer zat niet helemaal mee, vooral vanwege de rook van bosbranden in de omgeving, maar we hebben wel nog genoeg gezien. Door de telescoop hebben we onder andere de nevel van een ontplofte ster gezien, en een binair sterrenstelsel (een sterrenstelsel met twee sterren). Uiteindelijk waren we rond half twee 's nachts weer terug op de camping. De laatste dag in Jasper hebben we vooral binnen doorgebracht vanwege het regenachtige weer. Eerst hebben we kort in de lokale bibliotheek gezeten om wat spullen op te laden, en daarna hebben we gezwommen in het zwembad van Jasper.

Daarna was het alweer tijd om te vertrekken. Na Jasper begon onze afdaling richting Vancouver, en daarna natuurlijk Seattle. Onze eerste stop was in het dorpje Clearwater, waar we naar enkele uren rijden en wat boodschappen doen aan het eind van de middag aankwamen. Hier hebben we ons voorbereid op ons korte bezoek aan Wells Grey Provincial Park, een park met veel watervallen. Uiteindelijk hebben we er vier uitgekozen die we wilden zien en de volgende dag dus bezocht hebben. Bij de eerste was er weinig te zien vanwege de mist, maar daarna klaarde het weer op en konden we de andere watervallen goed zien. Bij de laatste waterval kwamen we op de parkeerplaats nog iets speciaals tegen: een standje waar ze Belgische friet verkochten! Omdat we al even geen echte friet hadden gegeten konden wij de verleiding niet weerstaan en hebben we allebei een grote bak friet besteld. De waterval hebben we uiteindelijk nauwelijks gezien, want Quinty wilde zo snel mogelijk naar de frietkraam. Na onze lunch hadden we nog enkele uren rijden voor de boeg, inclusief wat boodschappen en waren we uiteindelijk aan het eind van de middag op de volgende camping. Helaas konden we toen nog niet direct ontspannen. De weg die we de volgende dag moesten rijden was op dat moment namelijk afgesloten omdat er de dag ervoor enkele modderstromen in de omgeving waren… Naast bosbranden konden modderstromen dus ook op het lijstje natuurrampen die wij tegen zijn gekomen. Dit was een behoorlijk groot probleem, omdat het enige alternatief inhield dat we enkele uren extra moesten omrijden. Gelukkig lazen we ’s avonds dat één baan van de weg vrijgegeven was en dat we alleen moesten rekenen op wat vertraging. De schade was de dag erop nog duidelijk te zien. Er zaten hele scheuren in de heuvels waar de modder vandaan kwam, bomen waren volledig omgetrokken en iemand zijn oprit was volledig geblokkeerd. Eenmaal er voorbij konden we zonder problemen verder rijden naar Whistler, de bestemming voor onze komende twee dagen.

Whistler is een klein maar gezellig skidorpje enkele uren ten noorden van Vancouver. Ook was het de locatie van de skiwedstrijden voor de Olympische Winterspelen in 2010 die toen in Vancouver gehouden werden. De eerste middag hebben we ons vooral georiënteerd op wat er in de omgeving te doen was. Aan keuze geen gebrek: vrijwel alles wat met outdoor activiteiten te maken had was er te vinden. Zo was er die week toevallig ook een groot mountainbike evenement waar we nog even hebben staan kijken. Daarna was het op tijd eten, want ’s avonds hadden we een activiteit gepland. Deze keer zouden we namelijk gaan bijlgooien. Dit is een vrij nieuwe sport(?), wat qua opzet lijkt op boogschieten (schieten op een doel) en het leek ons wel leuk om het te proberen! Het begon redelijk simpel met één bijl (ongeveer 35 cm en niet zo zwaar) te gooien op een bord. Dit hadden we allebei vrij snel onder de knie, en daarna kregen we nog allerlei variaties en spelletjes. Om af te sluiten mochten we nog gooien met een grotere bijl, die een stuk zwaarder is en bijna twee keer zo lang. Dit was een stuk moeilijker, maar het is ons allebei gelukt om deze ook een paar keer in het bord te gooien! We vonden het allebei ontzettend leuk. Zo leuk zelfs, dat we de dag erop serieus hebben overwogen om nog een keer terug te gaan! Dit hebben we echter niet meer gedaan. In plaats daarvan hebben we ’s ochtends een kano gehuurd en hebben we wat over een meertje in de buurt gepaddeld. ’s Middags hebben we eerst op een terrasje in Whistler gezeten en daarna nog een ijsje gehaald.

De volgende dag zouden we eindelijk in Vancouver aankomen. Dit betekende dus ook dat we weer voor het eerst sinds een maand in een echt bed zouden slapen! Voordat we naar Vancouver reden hebben we wel eerst wat gewandeld in Murrin Provincial Park. Hier zijn we naar twee uitkijkpunten gelopen, vanwaar we een mooi uitzicht hadden op Howe Sound. Wat een Sound nu precies is weet ik nog steeds niet (Wikipedia vertelt vooral wat het niet is), maar houd het maar op een soort van fjord. Helaas hing er nog wel wat rook, waardoor het uitzicht wat belemmerd werd. Desondanks was het een hele leuke wandeling, ook omdat sommige stukken wat meer op klimmen leek, met onder andere touwen en ijzeren treden die in de rotswand zaten. Aan het begin van de middag waren we in Vancouver, waar we al onze spullen hebben uitgeladen. Daarna zijn we doorgereden naar het verhuurbedrijf, dat ook in Vancouver een depot heeft. Hier hebben we ons busje afgeleverd voor een tweede olie verversing. Dit moet van het bedrijf ongeveer iedere 5000 kilometer, en die afstand hadden wij dus binnen een maand gereden! Nadat alles geregeld was hebben we even rustig aangedaan en zijn we vervolgens wat gaan eten. Een restaurant uitkiezen was voor ons altijd een serieuze aangelegenheid. Als je zo’n lange periode alleen rijst, pasta, aardappelen en groenten uit blik eet, wil je wel goed eten wanneer het kan. Het belangrijkste criteria hierbij was meestal dat ze heel veel vlees moesten serveren, omdat we dat niet zo vaak konden eten. Uiteindelijk zijn we in een heel gezellig barretje beland, waar we een grote schaal vlees hebben besteld om te delen. Een bijkomend voordeel aan Canada is dat de legale leeftijd om te drinken 18/19 jaar is (verschilt per provincie), en Quinty dus ook mocht drinken! Vandaar ook dat we bij het eten nog een lekker lokaal gebrouwen biertje hebben gedronken.
Na een nacht in een echt bed geslapen te hebben (waarbij we het allebei eens waren dat ons busje lekkerder sliep), zijn we richting Stanley Park in het noorden van Vancouver gegaan. Daar hadden we twee fietsen gehuurd om het park te verkennen. Na iets meer dan een uur gefietst te hebben zijn we weer doorgegaan, ditmaal naar de Grandville Island Public Market. Dit was eigenlijk eenzelfde soort markt als die we in Seattle hebben bezocht, met allerlei soorten kraampjes. Hier hebben we geluncht en een doos verse donuts gekocht, die we de dagen erop op hebben gegeten (deze keer niet als avondeten). Onze laatste dag in Vancouver hebben we grotendeels in de wijk rond de haven doorgebracht. Hier hebben we ook eventjes de cruiseschepen bekeken die daar lagen, en die werkelijk enorm zijn. Daarna hebben we wat rondgelopen in Gastown, de oudste wijk van de stad. Hier hebben ze onder andere een klok staan die aangedreven wordt door stoom en verder zijn er natuurlijk heel veel winkeltjes en restaurantjes om te bekijken. Omdat we de dag erop weer uit Vancouver zouden vertrekken hebben we ook het busje weer opgehaald. Deze was weer helemaal in topconditie (en zelfs een beetje gestofzuigd) en klaar voor de laatste week.

De eerste drie dagen van deze week zouden we rond Northern Cascades National Park doorbrengen, en de laatste vier bij Olympic National Park. Dit betekende dus ook dat we weer de grens over moesten! Helaas viel dit een beetje tegen, omdat we bijna anderhalf uur in de rij hebben moeten staan. Eenmaal bij de kiosk van de douane waren we er gelukkig wel binnen enkele minuten langs. Vervolgens zijn we nog halverwege in een file terecht gekomen, ondanks dat het een zondag was. Daarmee zat onze pech voor die dag er nog niet mee op. Onderweg naar Northern Cascades werd de rook wat erger en kwamen we een enorme stroom auto’s tegen, die de andere richting uitgingen. Toen we even op internet keken, lazen we dat er een waarschuwing voor het park was afgegeven, omdat de rook zo erg was. Aan de telefoon vertelde de park rangers ook dat het park redelijk verlaten was, onder andere omdat sommige mensen last kregen van ademhalingsproblemen. Daarom leek het ons ook verstandiger om buiten het park te kamperen (we zouden eigenlijk twee nachten in het park kamperen). Dit moest echter wel ter plekke geregeld worden. Gelukkig viel dit wel mee, en hadden we al gauw een camping in de buurt gevonden. Hier hing ook nog wel rook, maar hadden we behalve een beperkt uitzicht er verder geen last van. ’s Avonds hebben we nog even het spel Levensweg gespeeld, wat we toevallig vonden in de spelletjeskamer. Ondanks de rook waren we wel erg benieuwd naar het park. Vandaar dat we er de dag erop wel ernaartoe gereden zijn om wat rond te kijken. Het werd meteen duidelijk dat wandelen geen optie was, en zelfs rijden was geen pretje. Daarom zijn ook niet verder gekomen dan wat uitkijkpunten langs de weg, en hebben we de rest van de middag in het zwembad op de camping doorgebracht.

De volgende ochtend was gereserveerd voor onze laatste wasbeurt voordat we weer thuis zouden zijn. Daarna hadden we onze laatste activiteit gepland en zijn we naar de schietbaan gegaan! Hier konden we net als met het bijlengooien ook weer wat agressie kwijt zullen we maar denken. Het eerste uur op de schietbaan stond er een instructeur bij, die naast helpen met richten ook uitleg gaf over hoe we het pistool veilig moesten gebruiken. Daarna zijn we nog een half uur extra gebleven en hebben we zelfstandig geschoten met een ander pistool. De grote geweren hebben we maar links laten liggen, omdat de pistolen al spannend genoeg waren. Al met al was het een ontzettend leuke ervaring, maar tegelijkertijd ook wel iets serieuzer dan het bijlgooien. Het bijlgooien was iets wat je gezellig met een groep mensen kan doen, met zijn allen naar de schietbaan lijkt mij een stuk minder leuk. Na het schieten zijn we naar de camping gereden, dat in een staatspark (Deception Pass State Park) aan het strand lag. Hier hebben we ook nog wat rondgewandeld en daarmee zat de dag er weer op.

Voor onze rit naar Olympic National Park hadden we bij het plannen twee opties. De eerste was om over de snelweg te gaan via Seattle, en vervolgens naar het schiereiland te rijden. De andere was een stuk leuker en korter: vanuit de omgeving waar wij zaten kon je ook in iets minder dan 45 minuten met de veerboot naar de overkant. Wij hebben dan ook voor de laatste optie gekozen, waar ik achteraf enorm blij om was. In Seattle waren namelijk allerlei werkzaamheden gaande, en daarnaast hadden we voor minder dan 20 dollar ons een rit van honderden kilometers bespaard. Aangekomen in Olympic National Park zijn we eerst naar Rialto Beach gereden, waar we een stukje over het strand zijn gelopen. Dit was echter niet in de zon met een graad of 30, maar met lichte mist en een graad of 15. Zwemmen zat er dus niet in! Desondanks gaf de mist wel wat extra sfeer aan de omgeving en was het allemaal mooi om te zien. Daarna was het tijd om naar onze camping te rijden, die op een klif aan het strand lag. Vandaar dat deze camping ontzettend populair is en vrijwel altijd zo’n 6 maanden van tevoren volgeboekt is. Sommige plekken hebben zelfs zeezicht, maar dit was ons helaas niet gelukt. ’s Avonds hebben we nog wat over het strand gelopen, waar we de “tree of life” zijn tegengekomen. Dit is een boom die ooit normaal op de klif aan het strand stond, totdat het gedeelte onder de boom is ingestort. De boom is er echter in geslaagd te blijven staan, doordat de wortels aan de zijkanten nog aan een stuk klif vastzitten die wel is blijven staan. Hierdoor ziet het er heel apart uit en kan je zelfs onder de boom doorlopen. De tweede dag hadden we ook een speciale bestemming: het Hoh regenwoud. Het naam regenwoud heeft het gebied met recht verdiend: per jaar valt er gemiddeld zo’n 4 tot 5 meter regen! Hierdoor kunnen de bomen in het bos enorme hoogtes bereiken, en zijn er ook veel planten en mossen te vinden. Nadat we hier een paar wandelingen hebben gedaan zijn we weer teruggereden naar de camping. Onderweg zijn we nog gestopt bij een aantal strandjes en een grote cederboom(?). In het park hebben ze sowieso grote en hoge bomen staan, maar deze was werkelijk gigantisch. De boom is meer dan 1000 jaar oud en heeft een omtrek van bijna 20 meter. Helaas is een gedeelte van de stam omgevallen door een storm, maar tegelijkertijd is de boom nog steeds erg indrukwekkend. ’s Avonds hebben we bij het avondprogramma gezeten, totdat we zagen dat er op de horizon geen wolken hingen, zodat we de zonsondergang konden zien. Dit was ons tot dan toe nooit gelukt vanwege het weer, dus dat wilden we nog graag. Door de oranje gloed van de zon dachten we even dat we te laat waren, maar de zon hing nog achter de wolken en kwam tevoorschijn net voordat wij wilden omdraaien. Uiteindelijk hebben we dus alsnog de zonsondergang kunnen bekijken!

Op dat moment was het einde echt in zicht, omdat we nog maar drie dagen te gaan hadden met ons busje. De eerste van deze dagen zijn we nog naar Cape Flattery gereden. Deze kaap is één van de meest westelijke punten van de Verenigde Staten (met uitzondering van Hawaii en Alaska natuurlijk). Er is nog één punt dat net iets westelijker ligt, maar veel scheelt het niet. Behalve dat dit het speciaal maakt, heb je er verder ook nog een mooi uitzicht en, in de lente en het begin van de zomer, de kans om walvissen te zien. Wij waren hier te laat voor, maar tegelijkertijd was het een bezoekje meer dan waard. Daarna zijn we doorgereden naar Sol Duc, waar ze onder andere hete bronnen hebben. Wij hebben eerst even gewandeld naar een waterval in de buurt. Vanwege de lange rit naar Cape Flattery waren we wat later op de camping, en daardoor zijn we uiteindelijk niet meer gaan zwemmen. In plaats daarvan hebben we ons ’s avonds teruggetrokken in ons busje met extra dekentjes, omdat het tijdens ons hele bezoek aan Olympic National Park overdag zo’n 15 graden was. ’s Nachts liep dit terug naar 5 tot 10 graden, erg koud dus! Onze laatste volledige dag hebben we in de bergen van het schiereiland doorgebracht bij Hurricane Ridge. Dit is een redelijk open vlakte vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de heuvels en bergen eromheen. Helaas was het die dag ook wat regenachtig, en dus nog extra koud. Na meerdere niet al te lange wandelingen zijn we dus weer naar beneden gegaan. Enkele van de trails waren ook afgesloten, waardoor we er toch niet meer konden doen. De rest van de dag, en de ochtend van onze allerlaatste dag met het busje hebben we vooral doorgebracht met het opruimen en organiseren van onze auto. Wij vonden allebei dat we ons busje heel goed schoon hadden gehouden, maar er moest natuurlijk wel een beetje geveegd en gepoetst worden. Daarna zijn we aan de laatste rit begonnen, naar het depot van het verhuurbedrijf. Op een file na is dit zonder problemen verlopen, en zo moesten we na 53 dagen afscheid nemen van ons trouwe busje. Ondanks de leeftijd van het busje (435,000 kilometer op de teller!) heeft hij het altijd goed gedaan en hebben we er altijd fijn in kunnen wonen. Wij zelf hebben bijna 8300 kilometer gereden. Aangezien wij 8480 kilometer mochten rijden zonder bij te betalen vonden wij dat wij het ontzettend goed gedaan hebben, zeker omdat wij verder hier totaal niet op gelet hebben. Ook hebben we geen schade gemaakt. Het enige wat minder was, was dat we in de laatste 5 dagen een wieldop verloren zijn. Wij vermoeden dat deze ergens in de buurt van Rialto Beach ligt, maar zeker weten we het niet. Opeens was de wieldop verdwenen, maar we weten dus niet tot wanneer die er nog op zat. Gelukkig was dat geen probleem en hebben we verder geen extra kosten gemaakt.

Toen het papierwerk was afgerond hebben we een taxi gebeld en zijn we naar een hotel bij het vliegveld gegaan. Deze was extra luxe, iets wat wij wel verdiend hadden vonden we. Daar hebben we vooral op de kamer gezeten om de koffers opnieuw in te pakken zodat ze klaar waren voor ons vertrek de dag erop. Ondertussen kwamen we erachter dat ik de sleutels van het busje nog had. Deze hadden ze eerst aangenomen bij het verhuurbedrijf, maar vervolgens ook weer teruggegeven. Na 53 dagen de sleutels bewaakt te hebben, heb ik er blijkbaar niet over nagedacht en heb ik de sleutels in mijn broekzak gestopt. Vandaar dat we dus met de taxi weer terug konden naar het verhuurbedrijf om de sleutels nog af te geven. Daarna hebben we nog wat gegeten en zat onze reis er bijna op. De volgende dag was onze terugvlucht, waar verder weinig over te vertellen valt. Vanwege de extra souvenirs die meegingen waren onze koffers wel iets zwaarder, maar niet boven de toegestane limiet. Veel scheelde het echter niet; de koffer van Quinty woog precies 23 kilo, wat ook het maximum was! Het enige was dat onze entertainmentsystemen het niet deden (de rechterhelft van het vliegtuig had geluk, de linkerhelft pech), wat wel jammer was voor een vlucht van zeven uur. Daarnaast hadden ze ons ineens op andere stoelen gezet, waardoor ik bij het raam zou moeten zitten. Met mijn benen is dat uiteraard geen optie, maar dit konden we gelukkig nog onderling regelen in het vliegtuig. De rest viel uiteindelijk wel mee en stonden we 15 minuten later dan gepland op Schiphol. De koffers waren er ook snel en zo waren we mooi op tijd weer in Geldrop. Inmiddels hebben we allebei ook een nachtje prima kunnen slapen en valt het wel mee met de jetlag, dus niets te klagen. Volgende week beginnen we allebei weer met werk en school, maar nu gaan we nog even nagenieten van de reis!

Daarmee zit het laatste verslag er weer op! We zijn het er allebei (gelukkig) over eens dat we een ontzettend leuke reis hebben gehad waarbij we van alles hebben gezien en meegemaakt. Of en wanneer er nog eenzelfde reis komt weten we niet, zeker niet nu ik niet meer studeer. We gaan het allemaal wel zien! Hopelijk waren de blogs leuk om te lezen, en hebben ze jullie goed op de hoogte gehouden over wat wij allemaal gedaan hebben. Het was af en toe een beetje lastig omdat we zoveel hebben gedaan en de verslagen toch niet te lang wilden maken. Wij hopen in ieder geval dat ze net zo leuk om te lezen waren als dat wij onze vakantie vonden!


  • 30 Augustus 2018 - 12:22

    Oma Looijmans:

    Hoi Kenneth en Quinty.

    Fijn dat jullie weer thuis zijn Opa en ik verheugen ons op jullie verhalen en foto's van de reis.

    Liefs Opa en Oma.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Geldrop

Actief sinds 06 Juli 2014
Verslag gelezen: 1194
Totaal aantal bezoekers 10519

Voorgaande reizen:

02 Juli 2014 - 18 December 2014

Uitwisseling NZ

Landen bezocht: